Kasa

Bedelmonnik in Kyoto draagt een kasa.
Antieke leren jingasa, deze werd gedragen door samoerai of ashigaru.

Een kasa (Japans: , かさ, Hepburn: kasa) is een conische hoed die traditioneel wordt gedragen in Japan. Vaak worden deze hoeden gemaakt van bamboe, stro, of riet.

Etymologie

Kasa is de romaji-transliteratie van de kanji 笠. Dit karakter is opgebouwd uit het radicaal 竹 (bamboe) als het topelement en de kanji 立 (staan) als fonetisch element. De combinatie wijst op een object van bamboe en suggereert via het fonetische element de uitspraak. De letterlijke betekenis: iets van bamboe dat op het hoofd staat. In het Nederlands kan 笠 het best vertaald worden als: bamboehoed of strooien hoed.[1]

Doormiddel van rendaku verandert de stemloze 'k' in een stemhebbende velaire plosief wanneer kasa de secundaire positie inneemt van een samenstelling en wordt in de romaji-transliteratie geschreven als een 'g'.

Soorten kasa

Vele verschillende soorten kasa werden en worden geproduceerd. Elk type is aangepast aan de activiteiten van de drager. Hieronder is een onvolledige lijst met veel voorkomende kasa.[2]

Romaji Japans Beschrijving
Ajirogasa 網代笠 een gevlochten hoed gemaakt van geschaafd bamboe of hout.
Amigasa 編み笠 een gevlochten hoed die traditioneel gedragen wordt bij sommige Japanse volksdansen.
Fukaamigasa 深編み笠 een diepe gevlochten hoed.
Jingasa 陣笠 een type hoed die vaak werd gedragen door samoerai en ashigaru. Jingasa werden gemaakt van ijzer, koper, hout, papier, bamboe of leer. Jingasa waren bijna altijd voorzien van een mon (familiewapen).
Rōningasa 浪人笠 meestal een conische amigasa met een plat bovenste deel, vaak gedragen door rōnin.
Sandogasa 三度笠 een bamboehoed voor reizigers met een brede, platte vorm die bescherming bood tegen zon en regen. Deze hoeden werden veel gedragen door hikyaku (koeriers) die regelmatig tussen Edo (tegenwoordig: Tokio) en Kyoto reisden.
Sugegasa 菅笠 een conische, puntige gevlochten hoed gemaakt van riet. Deze hoedvorm wordt in Vietnam nón lá genoemd en in Cambodja do'un.
Takuhatsugasa 托鉢笠 Een geweven rijststrohoed gedragen door boeddhistische bedelmonniken. De takuhatsugasa is groot en heeft een kom- of paddenstoelvorm, deze bedekt het bovenste deel van het gezicht, waardoor de identiteit van de monnik wordt gemaskeerd.
Tengai 天蓋 een strohoed in de vorm van een diepe mand, gedragen over het hoofd met een doorkijkrooster voor de drager. Deze hoed werd vooral door monniken gedragen.
Torioigasa 鳥追笠 een dubbelgevouwen hoed die veel lijkt op de amigasa maar flexibeler is. De torioigasa wordt vaak gedragen tijdens het Awa dansfestival tijdens Obon.

Lantaarns en pagodes

Kasa[3][4] is bij Japanse traditionele lantaarns (tōrō, de kap, dakje of 'paraplu' (in vorm gelijkend op een strooien hoed) op de lampenkamer (hibukuro). De vorm is zeer variabel zes- of vierhoekig of nog anders. Op de kasa staat een sōrin (相輪), die bij de stenen lantaarns (Ishi-dōrō, 石灯籠) gewoonlijk in sterk vorm is gereduceerd als alleen een hōju (宝珠)

Bij metalen lantaarn is aan hoekpunten van de kasa vaak een warabite[5] ('varenspruiten') te vinden. Dit zijn de omhoog krullende hoekenpunten van de ribben (kudarimune) van de kasa. De warabite is een ornament met een gebogen vorm als gekrulde varen-scheuten.

Kasatōba[6] of kasa sotōba (letterlijk 'paraplu-stoepa' of 'paraplu-pagode') is een Japanse pagode () die dient als gedenksteen, grafsteen of stenen grafmonument (sekihi) met als kenmerkend deel een deksteen in de vorm van hoedje, dakje of 'paraplu'.

Zie ook