D-cel

D-cellen, ook wel deltacellen (δ-cellen) genoemd, scheiden somatostatine af. Ze komen voor in de maag, darmen en eilandjes van Langerhans. D-cellen vormen ongeveer 5% van de cellen in de eilandjes van Langerhans[1], maar kunnen met veel meer cellen in de eilandjes van Langerhans interacteren dan hun lage aantallen suggereren. Bij knaagdieren bevinden D-cellen zich in de periferie van de eilandjes van Langerhans; bij mensen is de architectuur van de eilandjes van Langerhans over het algemeen minder georganiseerd en worden D-cellen ook vaak in de eilandjes van Langerhans waargenomen.[2] Bij beide soorten is het peptidehormoon urocortine III (Ucn3) een belangrijk lokaal signaal dat wordt afgegeven door bètacellen (en alfacellen bij primaten) om de lokale secretie van somatostatine te induceren.[2] Er is ook gesuggereerd dat somatostatine mogelijk betrokken is bij insuline-geïnduceerde hypoglykemie via een mechanisme waarbij SGLT-2-receptoren betrokken zijn.[3] Ghreline kan ook de somatostatine secretie sterk stimuleren en zo indirect de insulinesecretie remmen.[4] Onder een elektronenmicroscoop kunnen D-cellen worden geïdentificeerd als cellen met kleinere en iets compactere granula (korrels) dan bètacellen.[5]
De D-cellen in de maag bevatten CCKBR (die reageren op gastrine) en M3-receptoren (die reageren op Ach). Deze receptoren verhogen respectievelijk de somatostatineproductie en verlagen de somatostatineproductie van de D-cellen. VIP, vasoactief intestinaal peptide, werkt positief op D-cellen, wat resulteert in de afgifte van meer somatostatine.
In de maag werkt somatostatine direct in op de zuurproducerende pariëtale cellen via een G-proteïnegekoppelde receptor (die adenylaatcyclase remt en zo het stimulerende effect van histamine effectief tegenwerkt) om de zuursecretie te verminderen. Somatostatine kan ook indirect de maagzuurproductie verminderen door de afgifte van andere hormonen te voorkomen, waaronder gastrine, secretine en histamine, wat het spijsverteringsproces effectief vertraagt.
Klinische betekenis
Wanneer iemand besmet is met Helicobacter pylori, is voornamelijk het onderste deel van de maag, het antrum, ontstoken. Dit is waar de meeste D-cellen zich in de maag bevinden. De bacteriën produceren een ammoniakwolk om zich heen met behulp van urease om zich te beschermen tegen het maagzuur; dit reageert echter met het zuur, waardoor ammonium ontstaat, wat giftig is voor de cellen. Dit leidt tot het afsterven van veel D-cellen, een effect dat nog wordt versterkt door de lage PD-L1-expressie (programmed death-ligand 1 (PD-L1)) op de D-cellen in vergelijking met de G-cellen in de maag (wat resulteert in een hogere gevoeligheid van D-cellen voor ontstekingsreacties).[6] Dit resulteert op zijn beurt in een lagere somatostatine-secretie en bijgevolg een hogere afgifte van gastrine en maagzuur. Dit, in combinatie met de schade door ammonium, zorgt voor een maagzweer.[7]
Somatostatinoom
Een tumor van de D-cellen van de alvleesklier wordt een somatostatinoom genoemd.
Het zijn tumoren van de D-cellen van de alvleesklier die somatostatine produceren. Verhoogde somatostatinespiegels remmen alvkleesklierhormonen en gastro-intestinale hormonen. Somatostatinomen worden daarom geassocieerd met milde diabetes mellitus (door remming van de insulineafgifte), steatorroe en galstenen (door remming van de cholecystokinineafgifte) en achloorhydrie (door remming van de gastrineafgifte). Somatostatinomen worden vaak aangetroffen in de alvleesklierkop. Slechts tien procent van de somatostatinomen zijn functionele tumoren, en 60-70% van de tumoren is kwaadaardig. Bijna tweederde van de patiënten met kwaadaardige somatostatinomen hebben uitzaaiingen.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel D cell op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Cabrera O, Berman DM, Kenyon NS, Ricordi C, Berggren PO, Caicedo A (February 2006). The unique cytoarchitecture of human pancreatic islets has implications for islet cell function. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America 103 (7): 2334–2339. PMID 16461897. PMC 1413730. DOI: 10.1073/pnas.0510790103.
- ↑ a b Brereton MF, Vergari E, Zhang Q, Clark A (August 2015). Alpha-, Delta- and PP-cells: Are They the Architectural Cornerstones of Islet Structure and Co-ordination?. The Journal of Histochemistry and Cytochemistry 63 (8): 575–591. PMID 26216135. PMC 4530398. DOI: 10.1369/0022155415583535.
- ↑ Vergari E, Knudsen JG, Ramracheya R, Salehi A, Zhang Q, Adam J, Asterholm IW, Benrick A, Briant LJ, Chibalina MV, Gribble FM, Hamilton A, Hastoy B, Reimann F, Rorsman NJ, Spiliotis II, Tarasov A, Wu Y, Ashcroft FM, Rorsman P (January 2019). Insulin inhibits glucagon release by SGLT2-induced stimulation of somatostatin secretion. Nature Communications 10 (1): 139. PMID 30635569. PMC 6329806. DOI: 10.1038/s41467-018-08193-8.
- ↑ DiGruccio MR, Mawla AM, Donaldson CJ, Noguchi GM, Vaughan J, Cowing-Zitron C, van der Meulen T, Huising MO (July 2016). Comprehensive alpha, beta and delta cell transcriptomes reveal that ghrelin selectively activates delta cells and promotes somatostatin release from pancreatic islets. Molecular Metabolism 5 (7): 449–458. PMID 27408771. PMC 4921781. DOI: 10.1016/j.molmet.2016.04.007.
- ↑ Rorsman P, Huising MO (July 2018). The somatostatin-secreting pancreatic δ-cell in health and disease. Nature Reviews. Endocrinology 14 (7): 404–414. PMID 29773871. PMC 5997567. DOI: 10.1038/s41574-018-0020-6.
- ↑ Mommersteeg MC, Yu BT, van den Bosch TP, von der Thüsen JH, Kuipers EJ, Doukas M, Spaander MC, Peppelenbosch MP, Fuhler GM (October 2022). Constitutive programmed death ligand 1 expression protects gastric G-cells from Helicobacter pylori-induced inflammation. Helicobacter 27 (5): e12917. PMID 35899973. PMC 9542424. DOI: 10.1111/hel.12917.
- ↑ Liu Y, Vosmaer GD, Tytgat GN, Xiao SD, Ten Kate FJ (September 2005). Gastrin (G) cells and somatostatin (D) cells in patients with dyspeptic symptoms: Helicobacter pylori associated and non-associated gastritis. Journal of Clinical Pathology 58 (9): 927–931. PMID 16126872. PMC 1770830. DOI: 10.1136/jcp.2003.010710.