Commanderij Ramersdorf

De Commanderij Ramersdorf in het stadsdeel Ramersdorf van Bonn was van 1361 tot 1803 een commanderij van de Duitse Orde binnen de balije Biesen, onderhorig aan de landcommanderij Alden Biesen.

Situering

Commanderij Ramersdorf in 1700, ets van Romeyn de Hooghe
Commanderij Ramersdorf (2008)

De Commanderij Ramersdorf was een van de ongeveer 300 commanderijen van de Duitse Orde die in de 13e eeuw tussen Spanje en het Balticum ontstonden in het kader van de kruistochten, waaraan vele Duitse ridders deelnamen. Ramersdorf werd omstreeks 1225 gesticht; de precieze datum en omstandigheden van de stichting zijn onbekend. Als mogelijke stichters worden Hendrik III van Sayn en zijn vrouw Mechthild van Landsberg genoemd, die in die periode meerdere kloosters stichtten. De commanderij bleef bestaan tot aan de secularisatie in 1803.[1]

Functie van de Commanderij

De belangrijkste opdracht van deze commanderij bestond erin economisch gewin te produceren voor de Duitse Orde. Na de kruistochten en het verval van de oorspronkelijke missie verloor de Orde haar militaire betekenis. De Commanderij Ramersdorf veranderde in een adellijk landgoed, waarbij de Komtur als enige vertegenwoordiger van de Orde ter plaatse bleef om de uitgebreide bezittingen te beheren.[1]

18e en 19e eeuw (na secularisatie)

Na de secularisatie van 1803 kwamen de gebouwen en landerijen van de Commanderij Ramersdorf aanvankelijk in handen van het hertogdom Berg, en vervolgens van het groothertogdom Berg onder Napoleon. In 1807 verkocht het groothertogdom de commanderij aan Joseph zu Salm-Reifferscheidt-Dyck, een Duitse edelman en botanicus. Hoewel hij eigenaar was, verbleef hij zelf voornamelijk op Schloss Dyck bij Neuss of in het Parijse Hôtel de Salm-Dyck, waar zijn echtgenote Constance de Théis een literaire salon onderhield.[1]

Een grote brand in 1842 verwoeste een groot gedeelte van de gebouwen, dat in 1825 als was verlaten[2] Waarna het complex werd omgebouwd tot kasteel omgebouwde.[1]

Na Jozefs overlijden in 1861 ging het landgoed over naar zijn stiefdochter, Freifrau Clémence Agathe de Francq (1790–1820)[3], dochter van Constance de Théis. In 1881 verkochten Freifrau Charlotte Ozelie von Francq, geboren Saint-Remy, en haar zoon F.J. Emanuel het aan Rudolf Herberz, een bankier uit Keulen afkomstig uit Uerdingen, en zijn vrouw Anna Kreuser.[4][5][6][7] Het kasteel werd verkocht voor 350.000 mark[8][9]. Drie jaar later verkocht Herberz het aan Baron Albert von Oppenheim, een invloedrijke bankier uit Keulen.[1]

20e eeuw en restauratie

In 1940 werden het kasteel en het omliggende park van de Commanderij Ramersdorf verkocht aan de Deutsche Reichsbahn. Het interieur werd geveild, maar de gebouwen bleven tijdens de Tweede Wereldoorlog gespaard van schade, ondanks de aanleg van een munitiedepot door de Wehrmacht in de nabijheid van het kasteel.[1]

Na de Tweede Wereldoorlog werden de gebouwen van de Commanderij Ramersdorf aanvankelijk gebruikt door de Britse bezettingsmacht. Later dienden ze als opleidingsinstituut voor de Deutsche Bundesbahn. In de jaren 70 dreigde het complex te worden gesloopt vanwege de aanleg van een autowegkruispunt. Een burgerinitiatief wist dit echter te voorkomen. In 1978 werd het geheel verkocht, waarna een grondige, drie jaar durende restauratie begon. Sindsdien is er een permanente tentoonstelling van historische meubels en is er een antiekzaak gevestigd. In de voormalige Engelse vleugel van het complex bevindt zich nu een hotel met restaurant/café. In 2017 werd de Commanderij opnieuw verkocht aan een investeerdersgroep uit Keulen, die het hotel uitbreidde met vijf suites en het restaurant vernieuwde.[1]

Lijst van de commandeurs van Ramersdorf

Jaar Naam Opmerkingen
1251–1254 Werner
1264–1270 Simon de Gandavio (von Gent)
1282 Bertold
1285–1291 Gerard von Runkel
1291–1296 Gerard von Westerberg
1304–1324 Robbo von Drachenfels
1326 Eberhard Hardevust
1328 Eberhard von Virneburg
1338–1341 Walram von Tomberg
1352–1359 Simon van der Tempel
1358 Diederich von Winterscheidt
1366 Johann genannt Jhesus
vor 1371 Hendrik van Leeuwen
1444 Diederik van Gemert
1450 Arnold von Reeck
1533–1539 Franz von Reuschenberg
1539–1547 Johann von Goer
1551–1556 Hendrik van Ruischenberg tot Setterich 1564- Sint-Aegidius; 1572- Landcommandeur Alden Biesen; 1574 Stichter en Commandeur Jungen Biesen; 1578 Provisor Bernissem; Provisor Gruitrode
1572–1580 Vakanz
1580–1591 Edmond von Reuschenberg zu Overbach
1591–1610 Johann von Reuschenberg zu Selikum
1610 Johann von Eynatten
1610–1612 Johann Raitz von Frentz
1612–1631 Hendrik von Kolff zu Vettelhoven 1631- Jungen Biesen
1631–1638 Wilhelm von Metternich zu Müllenark 1635- Jungen Biesen
1638–1649 Edmond Godfried Freiherr von Bocholtz von Orey 1649- Jungen Biesen; 1657- Landcommandeur Alden Biesen
1649–1661 Vakanz
1661–1663 Ferdinand von Rolshausen zu Butgenbach
1663–1669 Vakanz
1669–1671 Bertram Wessel von van Loë zu Wissen 1691- Gemert
1672–1677 Wilhelm Dietrich von Kolff zu Vettelhoven 1677- Sint-Pieters-Voeren; 1682- Oerdingen en Holt; 1683- Bekkevoort; 1687- Jungen Biesen; 1691- in Siersdorf
1677–1682 Rutger Kaspar von Schöller zu Schöller
1682–1683 Friedrich von Renesse
1685–1690 Graf Heinrich Theobald von Goldstein (1649–1719) 1687- Laibach; 1694- Landcommandeur van Balije Oostenrijk; 1697- Jungen Biesen;
1691–1697 Heinrich Schenck von Nideggen
1697 Johann Wilhelm von Kesselstadt
1699–1707 Bertram Anton van Wachtendonk tot Germensee [10] 1716- Gemert
1707–1715 Johann Hermann Spies von Büllesheim Vermeld als commandeur van Gruitrode
1715–1719 Vakanz
1719–1721 Johan Josef van der Noot tot Carloo 1729- Jungen Biesen; 1744- Gemert
1721–1729 Johann Kaspar von Hillesheim zu Ahrental (1689–1761) na elkaar Commandeur van Keulen, 1721- Ramersdorf; en Siersdorf; 1737- Jungen Biesen;
1729–1738 Vakanz
1749–1751 Graaf Caspar Anton van der Heyden dit Belderbusch (–1784) 1757- Jungen Biesen; 1761 Coadjutor en Landcommandeur Alden Biesen
1751–1753 Franz Theodor von Rump zu Crange
1755–1757 Lothar Franz von Horneck zu Weinheim
1757–1758 Ferdinand Josef von Haecke
1758–1761 Vakanz
1761–1762 Karl Ernst von Voit zu Salzburg
1762–1767 Franz Johann von Reischach 1753 Gruitrode; 1784- Landcommandeur Alden Biesen
1767–1770 Franz Nikolaus von Kolff zu Vettelhoven 1773- Sint-Pieters-Voeren; 1780- Jungen Biesen; 1784- Bekkevoort
1770–1771 Theodor Franz de Croix d’Heuchin 1776- St. Aegidius
1771–1776 Heinrich-Johann von Droste zu Hülshoff 1776- Ordingen; 1778- St. Aegidius; 1784- Sint-Pieters-Voeren 1791- Gruitrode; 1794- Bekkevoort; 1784- Landcommandeur Alden Biesen
1776–1778 Josef Franz von Schaesberg 1782- Oerdingen; 1785- Sint-Aegidius; 1793 Sint-Pieters-Voeren; 1805 Huiscommandeur van Alden Biesen en 1796- Ramersdorf
1778–1794 Franz Joseph Johann Nepomuk Fidelis von Reischach 1778- Jungen Biesen
1778–1784 Heinrich August Marschalk von Ostheim 1792- St. Aegidius
1784–1794 Fredrich Wilhelm von Bentinck
1794–1809 Wilhelm Eugen de Wal

Bibliografie

  • J. Mertens (red.), Miscellanea Baliviae de Juncis. Opstellen over de balije Biesen opgedragen aan H. Vandermeulen, Bilzen 1995, 416 p. met artikel van Udo Arnold: De overgang van de commanderij Ramersdorf naar de balije Biesen in 1371

Referenties

  1. a b c d e f g Duitse Wikipedia – Kommende Ramersdorf, geraadpleegd op 30 april 2025.
  2. (de) Chronik – Die Deutschordenskommende Ramersdorf. Yumpu, p. 8. Geraadpleegd op 27 april 2025.
  3. (de) Findbuch FAS HS 1–80 T 7: Hausarchiv Hohenzollern-Sigmaringen: Neuer Zuwachs (vorläufige Version). Landesarchiv Baden-Württemberg. Landesarchiv Baden-Württemberg. Geraadpleegd op 26 april 2025.
  4. (de) Maaßen, German Hubert Christian (1890). Geschichte der Pfarreien des Dekanates Kirchen. Bistumsarchiv Trier, Köln, p. 280. Geraadpleegd op 30 april 2025.
  5. (de) Bachem, Carl Jakob (1989). Beueler Chronik: Zeittafel zur Geschichte des rechtsrheinischen Bonn : aus Anlass der 2000-Jahrfeier. Stadtarchiv Bonn-Beuel, Bonn, p. 77. Geraadpleegd op 30 april 2025.
  6. (de) Schulte, Klaus H. S. (1976). Bonner Juden und ihre Nachkommen bis um 1930 [i.e. neunzehnhundertdreissig]: eine familien- und sozialgeschichtliche Dokumentation. Röhrscheid, Germany, p. 411 "von OPPENHEIM die vormalige Deutsch-Ordens-Kommende Ramersdorf gegenüber von Bonn von den Eheleuten Rudolf Herberz und Anna Kreuser nebst 1.26 ha."
  7. Yumpu & 8.
  8. Maassen 1890, p. 280.
  9. Ca. €8,38 miljoen in 2025, omgerekend op basis van goudwaarde.
  10. Otten, Ad, Commandeurs van Gemert. Heemkundekring De Kommanderij Gemert 16–30. Gemerts Heem (1991). Geraadpleegd op 16 april 2025.