Jonckheere was een van de acht kinderen van Triphon Jonckheere en Augusta Dekempe. Hij werkte als jongeman in de tuinbouw. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was hij oorlogsvrijwilliger. In 1947 trouwde hij met Marie-Thérèse Tamsin en ze kregen twee dochters. Na enkele jaren als magazijnbediende te hebben gewerkt bij de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek, werd hij in 1958 politieagent in Sint-Kruis.
Hij leerde het schildersvak aan in de Brugse kunstacademie. Hij werd lid van de kunstenaarsvereniging Kunstkring 46. Samen met Julien Schaeverbeke stichtte hij de plaatselijke kunstkring Iris. Hij produceerde stadsgezichten, maar vooral landschappen en marines, in een kleurige postimpressionistische stijl.
Literatuur
Johan WEYTS, Walter Jonckheere, Heemkunde Sint-Kruis, 1985. Artikel
Guillaume MICHIELS, De Brugse School, Brugge, 1990.
Johan DE BRUYNE, De agent die niets zag, in: Brugsch Handelsblad, 12 augustus 1994.
Duinen aan de NoordzeeZelfportretFernand BONNEURE, Walter Jonckheere, in: Lexicon van Westvlaamse beeldende kunstenaars, Brugge, 1995.̈