Thijs Ettema

Thijs Ettema (Veghel, 1977) is een Nederlands microbioloog en als hoogleraar microbiologie verbonden aan de Universiteit van Wageningen. Ettema’s onderzoek spitst zich toe op het bestuderen van Archaea en hun rol in het ontstaan van complex leven op Aarde.
Carrière
Ettema studeerde biologie aan de Universiteit van Wageningen met de specialisatie cel en moleculaire biologie. In 2005 promoveerde hij cum laude aan diezelfde universiteit bij de leerstoel microbiologie met een proefschrift getiteld “Functional and comparative and genomics of the Archaea”. Vervolgens verrichte hij tot 2006 onderzoek aan de Radboud Universiteit waarna hij zijn carrière vervolgde aan de Uppsala Universiteit in Zweden, waar hij ook verbonden was aan het Science for Life Laboratory.
In 2019 is Ettema benoemd tot hoogleraar microbiologie aan Wageningen, waar hij leerstoelhouder is van het laboratorium voor microbiologie. Ettema is ook de grondlegger van het Wageningen Microbioom Centrum.
Onderzoek
Ettema’s onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de microbiële diversiteit en het bestuderen van evolutionaire processen die tot het ontstaan van complexe levensvormen hebben geleid. Een groot deel van zijn werk richt zich op het bestuderen van archaea, een aparte evolutionaire groep micro-organismen naast de bacteriën.
Dankzij zijn onderzoek zijn nieuwe inzichten verkregen over het ontstaan van de eukaryote cel[1], een cel type waaruit al het complexe levensvormen zoals planten, dieren en schimmels zijn opgebouwd. Een van de bekendste ontdekkingen van Ettema is de Asgard-archaea.[2][3][4] Ettema’s werk heeft uitgewezen dat deze archaea een gemeenschappelijke voorouder delen met eukaryote levensvormen, en dat hun genomen genen bevatten die alleen in eukaryoten aanwezig zijn.
Ook deed Ettema onderzoek naar het ontstaan van mitochondriën[5] en naar de rol van (endo)symbiose[6] in het totstandkomen van de eukaryote cel.
Erkenning
In 2012 ontving Ettema een ERC-startersbeurs ter waarde van 1,8 miljoen euro voor zijn onderzoek naar het ontstaan van de eukaryote-cel. In 2019 ontving Ettema een tweede ERC beurs ter waarde van 2,0 miljoen euro (ERC consolidator grant), alsmede een NWO VICI-beurs ter waarde van 1,5 miljoen euro. In 2023 werd Ettema verkozen tot lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, waar hij lid is van de sectie Biologie. Datzelfde jaar werd hij ook verkozen tot lid van de Europese Moleculair Biologie Organisatie (EMBO). In 2024 sleepte Ettema een derde ERC-beurs in de wacht, een ERC advanced grant ter waarde van 2,5 miljoen euro.
- ↑ Vosseberg, J., van Hooff, J.J., Köstlbacher, S., Panagiotou, K., Tamarit, D. and Ettema, T.J., 2024. The emerging view on the origin and early evolution of eukaryotic cells. Nature, 633(8029), pp.295-305.
- ↑ Spang, A., Saw, J.H., Jørgensen, S.L., Zaremba-Niedzwiedzka, K., Martijn, J., Lind, A.E., Van Eijk, R., Schleper, C., Guy, L. and Ettema, T.J., 2015. Complex archaea that bridge the gap between prokaryotes and eukaryotes. Nature, 521(7551), pp.173-179.
- ↑ VZaremba-Niedzwiedzka, K., Caceres, E.F., Saw, J.H., Bäckström, D., Juzokaite, L., Vancaester, E., Seitz, K.W., Anantharaman, K., Starnawski, P., Kjeldsen, K.U., Stott, M.B., (5 co-auteurs) and Ettema, T.J., 2017. Asgard archaea illuminate the origin of eukaryotic cellular complexity. Nature, 541(7637), pp.353-358.
- ↑ VEme, L., Tamarit, D., Caceres, E.F., Stairs, C.W., De Anda, V., Schön, M.E., Seitz, K.W., Dombrowski, N., Lewis, W.H., Homa, F. Saw, J.H., (13 co-auteurs) and Ettema, T.J., 2023. Inference and reconstruction of the heimdallarchaeial ancestry of eukaryotes. Nature, 618(7967), pp.992-999.
- ↑ Martijn, J., Vosseberg, J., Guy, L., Offre, P. and Ettema, T.J., 2018. Deep mitochondrial origin outside the sampled alphaproteobacteria. Nature, 557(7703), pp.101-105.
- ↑ Spang, A., Stairs, C.W., Dombrowski, N., Eme, L., Lombard, J., Caceres, E.F., Greening, C., Baker, B.J. and Ettema, T.J., 2019. Proposal of the reverse flow model for the origin of the eukaryotic cell based on comparative analyses of Asgard archaeal metabolism. Nature microbiology, 4(7), pp.1138-1148.