Syndroom van Alagille

Syndroom van Alagille
(A) 16 weken ontwikkeling met focale verwijdingen (pijlen) in de dubbellaag van de voorlopercellen van de galwegen rond de poortader (pv). (B) Een volgroeide lever met de galwegen (bd) en de leverslagader (ha) ingebed in het periportale mesenchym in een karakteristieke structuur die bekend staat als de "portale triade". Hepatocyten zijn gerangschikt in koorden rondom de portale triade. (C) De portale triaderegio van een patiënt met het syndroom van Alagille, met kanaalcysten in plaats van normale galwegen als gevolg van defecten in de hermodellering van de kanaalplaat.
(A) 16 weken ontwikkeling met focale verwijdingen (pijlen) in de dubbellaag van de voorlopercellen van de galwegen rond de poortader (pv). (B) Een volgroeide lever met de galwegen (bd) en de leverslagader (ha) ingebed in het periportale mesenchym in een karakteristieke structuur die bekend staat als de "portale triade". Hepatocyten zijn gerangschikt in koorden rondom de portale triade. (C) De portale triaderegio van een patiënt met het syndroom van Alagille, met kanaalcysten in plaats van normale galwegen als gevolg van defecten in de hermodellering van de kanaalplaat.
Synoniemen
Nederlands alagillesyndroom[1]
Coderingen
ICD-10
ICD-9
Q44.7
759.89
OMIM 118450
DiseasesDB 29085
DOID 9245
eMedicine ped/60
MeSH D016738
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Het syndroom van Alagille[1] is ook bekend onder de afkorting AGS (N.B.: er is ook nog een andere ziekte onder deze afkorting bekend: het adrenogenitale syndroom).

Het syndroom van Alagille is een complexe aandoening van een aantal orgaansystemen, voornamelijk de lever, het hart, de ogen, het gelaat en het skelet. De belangrijkste symptomen zijn die van cholestase (gepaard gaand met jeuk en geelzucht), herkenbaar aan weinig galwegen in een leverbiopt; aangeboren hartafwijkingen, vooral van de longarterieën, oogafwijkingen, een typische gelaatsvorm, en 'vlinderwervels'. Nierafwijkingen en afwijkingen aan het centraal zenuwstelsel komen ook voor. De mortaliteit is ongeveer 10% waarbij vaatproblemen in het centraal zenuwstelsel, hartziekte en leverziekte de belangrijkste doodsoorzaken zijn. De verschijnselen zijn ook binnen 1 familie zeer variabel. De ziekte is autosomaal dominant erfelijk. Nieuwe mutaties (sporadische gevallen) komen frequent voor. Als bekend is wat de aard van de afwijking in een familie is, is prenatale diagnostiek in principe mogelijk. Genetisch onderzoek louter om de diagnose te verifiëren bij iemand die aan de klinische criteria voldoet, heeft geen consequenties en wordt nog niet aanbevolen.

Oorzaak

Nog niet volledig opgehelderd. Bij ca 70% van de patiënten zijn afwijkingen in een gen genaamd JAG1 aantoonbaar. Het gen ligt op chromosoom 20, locatie 20p12. Het codeert voor een eiwit, Jagged 1, dat op de celmembraan van sommige cellen wordt gevonden en dat een functie heeft bij signaaluitwisseling tussen cellen zowel tijdens de embryonale ontwikkeling als daarna.

Behandeling

Het is niet mogelijk het syndroom van Alagille te genezen. Het is echter mogelijk dat de klachten verdwijnen als het kind ouder wordt.