In de wiskunde is sommeerbaarheid een eigenschap van bepaalde oneindige rijen getallen die wordt uitgedrukt als "de rij
is sommeerbaar". Sommeerbaarheid van een rij wordt vastgelegd door het al of niet bestaan van een limiet van de rij van partiële sommen van zo'n rij. Een rij die niet sommeerbaar is, heet daarom dan ook niet sommeerbaar.
Een gegeven rij getallen:

heet sommeerbaar als de limiet van de
-de partiële som bestaat (en eindig is), als
naar oneindig gaat. Dus als met:

ook het getal
bestaat waarvoor:

In plaats van sommeerbaar wordt soms, en niet correct, het woord convergent gebruikt.[1]
Voorbeelden
- Gegeven is de oneindige rij:

- waarbij:

- Dan is:

- en:

- Aftrekking geeft:
of 
- Hierbij is
, zodat:

- En daarmee is de rij
een sommeerbare rij.
- Voor de rij
waarbij
is, geldt:

- Hierbij is direct duidelijk dat met
:

- Daaruit volgt dat
niet bestaat. De rij is daarmee niet sommeerbaar.
- De rij
met
is sommeerbaar. Immers:

- Of ook (zie Telescoopsom):

- Zodat
.
Zie ook
Bronnen, literatuur
- L. Kuipers (1960): Leerboek der analyse, deel I. Groningen: P. Noordhoff N.V.; p. 121-129.
- E.T. Whittaker, G.N. Watson (1920): A course of modern analysis. Cambridge University Press, third edition (2020, reprint by Dover Publications); p. 150-157.
Noten
- ↑ Kort gezegd: een oneindige rij
heet convergent als
bestaat (en eindig is).