Rudolf II van de Palts

Rudolf II van de Palts
1306-1353
Rudolf II van de Palts
Paltsgraaf aan de Rijn
Periode 1329-1353
Voorganger Lodewijk
Opvolger Ruprecht I
Vader Rudolf I van de Palts
Moeder Mechtild van Nassau

Rudolf II van de Palts bijgenaamd de Blinde (Wolfratshausen, 8 augustus 1306 - Neustadt, 4 oktober 1353) was van 1329 tot aan zijn dood paltsgraaf aan de Rijn. Hij behoorde tot het huis Wittelsbach.

Levensloop

Rudolf II was de derde zoon van paltsgraaf Rudolf I aan de Rijn, die eveneens hertog van Opper-Beieren was, en Mechtild van Nassau, dochter van Rooms-Duits koning Adolf van Nassau. Zijn oom was keizer Lodewijk IV de Beier van het Heilige Roomse Rijk. Zijn jeugd werd gekenmerkt door de intrafamiliale strijd tussen Rudolf I en Lodewijk IV.

Na het overlijden van zijn vader in 1319 werden Rudolf II en zijn broers Adolf en Ruprecht I onder de voogdij van graaf Johan van Nassau-Dillenburg geplaatst, die een aanhanger was van het huis Habsburg.[1] Omdat hun vader in 1317 een verdrag met de Habsburgers had ondertekend, had hun oom Lodewijk IV de Rijnpalts met wapengeweld ingenomen. In augustus 1322 kwam er een einde aan de oorlog, maar het was pas na het overlijden van hun moeder in juni 1323 dat er een blijvende verzoening mogelijk werd en er toenadering kwam tussen Lodewijk IV en zijn drie neven.

In 1328 beslisten Lodewijk IV, Rudolf II en Ruprecht I om tot een landsverdeling over te gaan, die op 4 augustus 1329 geregeld werd in het Huisverdrag van Pavia. Lodewijk IV en zijn zonen behielden Opper-Beieren, terwijl Rudolf II en zijn broer Ruprecht I de regering in de Rijnpalts overnamen.

Op 18 februari 1338 kwam het tot een verdere landsverdeling tussen Rudolf II, Ruprecht I en hun neef Ruprecht II, de zoon van hun oudste broer Adolf. Hierbij kreeg Rudolf onder meer de stad Neustadt met de burcht Winzingen. Na de dood van keizer Lodewijk de Beier kozen Rudolf II en zijn broer in 1349 Günther van Schwarzburg als Rooms-Duits tegenkoning. Kort daarna verloofde Rudolf echter zijn dochter Anna met Karel IV van Bohemen, de rivaal van Günther van Schwarzburg als Rooms-Duits koning.

Een oogziekte bij Rudolf zorgde ervoor dat hij in zijn laatste levensjaren blind was. Wegens een voortschrijdende ziekte had hij eerder de regeringszaken grotendeels aan zijn broer Ruprecht I toevertrouwd. Hij werd na zijn overlijden in 1353 bijgezet in de Sint-Egidiuskerk van Neustadt, die door zijn broer Ruprecht vanaf 1356 werd verbouwd tot de huidige Stiftkerk van Neustadt.

Huwelijken en nakomelingen

In 1328 huwde Rudolf met zijn eerste echtgenote Anna (1300-1331), dochter van hertog Otto III van Karinthië. Ze kregen een dochter:

In 1348 huwde hij met zijn tweede echtgenote Margaretha (1331-1377), dochter van koning Frederik II van Sicilië. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Kwartierstaat


Otto II van Beieren
(1206-1253)

Agnes van de Palts
(1201-1267)
 


Rudolf I
(1218-1291)

Gertrude van Hohenberg
(1225-1281)
 

Walram II van Nassau
(ca. 1220-1276)

Adelheid van Katzenelnbogen
(overleden in 1288)
 

Gerlach I van Isenburg-Limburg
(overleden in 1289)

Imagina van Blieskastel
(overleden voor 1298)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Lodewijk II van Beieren
(1229-1294)
 
 
 

Mathilde van Habsburg
(1253-1304)
 
 
 
 
 


Adolf van Nassau
(ca. 1255-1298)
 
 
 

Imagina van Isenburg-Limburg
(overleden na 1317)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Rudolf I van de Palts
(1274-1319)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Mechtild van Nassau
(1280-1323)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Lodewijk van de Palts
(1297-vóór 1311)
 
 

Adolf van de Palts
(1300-1327)
 
 


(1306-1353)
 
 

Ruprecht I van de Palts
(1309-1390)
 
 

Mechtild van de Palts
(1312-1375)