Rhinoceros sondaicus inermis
| Rhinoceros sondaicus inermis | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Ondersoort | |||||||||||||||
| Rhinoceros sondaicus inermis | |||||||||||||||
| Afbeeldingen op | |||||||||||||||
| Rhinoceros sondaicus inermis op | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
De kleine Indische neushoorn (Rhinoceros sondaicus inermis), ook bekend als de Indische Javaanse neushoorn of de hoornloze neushoorn, is een uitgestorven ondersoort van de Javaanse neushoorn (Rhinoceros sondaicus) die oorspronkelijk afkomstig was uit Noordoost-India, Bangladesh en Myanmar.
Etymologie
De taxonnaam van de ondersoort, het Latijnse epitheton "inermis", betekent "ongewapend" of "tandloos". Het woord "tandloos" of in dit geval "hoornloos", verwijst naar het eerste exemplaar van de ondersoort, een vrouwtje zonder hoorn; deze eigenschap is identiek aan die van andere neushoornsoorten.
Beschrijving
De kleine Indische neushoorn was middelgroot, met een langwerpiger lichaam dan de Javaanse neushoorn en lange, dunne poten. Hoeven van gemiddelde grootte en een kleine oogkas. De hoorngrootte en -lengte zijn waarschijnlijk ongeveer even groot als die van de Javaanse neushoorn. Er is niets bekend over mannelijke exemplaren.[1]
- ↑ (en) Rookmaaker, Kees (18 december 2019). The hornless rhinoceros ( Rhinoceros sondaicus inermis Lesson, 1836) discovered by Lamare-Picquot in the Sundarbans of Bangladesh in 1828, with notes on the history of his Asian collections. Mammalia 84 (1): 74–89. ISSN:1864-1547. DOI:10.1515/mammalia-2018-0200.