RhB Ge 6/6 I (401-415)
| RhB Ge 6/6 I | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
Ge 6/6 I: 412 op 6 maart 2006 met een Nostalgie trein bij Preda op de Albulabahn
| ||||
| Aantal | 15 | |||
| Nummering | Ge 6/6 I: 401 - 415 zie tekst | |||
| Fabrikant | Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM) | |||
| Bouwjaar | 1925 - 1929 | |||
| Uit dienst | 1984/85 | |||
| Asindeling | C’ C’ | |||
| Spoorwijdte | (meterspoor) 1000 mm | |||
| Massa | 66,0 ton | |||
| Aslast | 11,0 ton | |||
| Lengte over buffers | 13,30 m | |||
| Maximumsnelheid | 55 km/h | |||
| Dienstsnelheid | 55 km/h | |||
| Stroomsysteem | ~ 11.000 volt 16 2/3 Hz | |||
| Aandrijving | elektrisch/mechanisch | |||
| Vermogen | 840 kW | |||
| Trekkracht | 95 kN | |||
| Motorfabrikant | Brown, Boveri & Cie (BBC) | |||
| ||||
De Ge 6/6 I was een elektrische locomotief van de Rhätische Bahn (RhB).
Geschiedenis
Deze locomotieven werden in de jaren 1920 door Schweizerische Lokomotiv- und Maschinenfabrik (SLM), Brown, Boveri & Cie (BBC) en Maschinenfabrik Oerlikon (MFO) ontwikkeld en gebouwd voor de Rhätische Bahn (RhB) als Ge 6/6 I.
Constructie en techniek
De locomotief is opgebouwd uit een stalen frame. In de draaistellen is een elektrische motor gemonteerd die met stangen de drie assen aandrijft.
Nummers
De locomotieven werden als volgt afgeleverd:
- 1921: Ge 6/6 401 - 406
- 1922: Ge 6/6 407 - 410
- 1925: Ge 6/6 411 - 412
- 1929: Ge 6/6 413 - 415
De volgende locomotieven zijn nog aanwezig:
- Ge 6/6 I 402: sinds 2005 als monument in bij Verkehrshaus te Luzern
- Ge 6/6 I 406: sinds 2005 als monument in bij Bahnmuseum Kerzers
- Ge 6/6 I 407: als monument bij het station Bergün
- Ge 6/6 I 411: sinds 2001 als monument in bij Deutsches Museum in München
- Ge 6/6 I 414: rijvaardig, bij Rhätische Bahn (RhB) in gebruik voor toeristische ritten
- Ge 6/6 I 415: rijvaardig, bij Rhätische Bahn (RhB) in gebruik voor toeristische ritten
Treindiensten
De locomotieven werden door de Rhätische Bahn (RhB) ingezet op de trajecten:
- Chur – Sankt Moritz / Pontresina
- Chur – Disentis/Mustér
- Chur – Davos
- Davos – Filisur
- Bever – Scuol-Tarasp
Literatuur
- Claude Jeanmaire: Rhätische Bahn. Stammnetz-Triebfahrzeuge. Villigen AG, 1995. ISBN 3-85649-219-4
- Francesco Pozzato u.a.: Die Krokodile Ge 6/6 I der Rhätischen Bahn. Loki spezial Nr.9, 1995. ISBN 3-85738-049-7
- Wolfgang Finke, Hans Schweers: Die Fahrzeuge der Rhätischen Bahn 1889-1998 Band 3: Lokomotiven, Triebwagen, Traktoren, 1998. ISBN 978-3-89494-105-5
- Spoorwegen; diverse jaargangen. Gerrit Nieuwenhuis, Richard Latten. Uitgeverij de Alk BV, Alkmaar.
- Theo Stolz: Triebfahrzeuge der Schweiz. Minirex AG, Luzern, 2007, ISBN 3-907014-31-6.
Zie ook
Externe link
- (en) (fr) (de) RhB – Officiële site
Foto's
Bronnen, noten en/of referenties
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel RhB Ge 6/6 I op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
Zie de categorie RhB Ge 6/6 I (401-415) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

