Puntbroodje

Een puntbroodje of een (Surinaams) puntje is een in Suriname ontstaan langwerpig broodje. De korst hiervan houdt het midden tussen die van een zacht broodje en een pistoletje. Soms worden ze warm belegd,[1] waarvoor ze beter geschikt zijn dan zachtere, 'zompige' broodjes.[2] De broodjes worden bijvoorbeeld gevuld met Surinaams stoofvlees, pom, kousenband of bakkeljauw. Het Surinaamse puntbroodje is ook verkrijgbaar in Nederland.

In de Surinaamse winkels werden de prijzen van puntbroodjes in de 20e eeuw gemaximeerd vanwege hun belang als dagelijks voedsel. Toen minister Eddy Bruma de maximumprijs in 1974 verlaagde van tien naar zeven cent, stapten bakkerijen over naar de productie van allerlei vormen luxebrood. Hierdoor werd de vaste prijsstelling omzeild en bleef de productie van brood rendabel.[3][4] In 2011 werd de broodmarkt geliberaliseerd en verdwenen de maximumprijzen voor puntbroodjes.[5]

De Surinaamse puntbroodjes worden ook wel Chinese puntbroodjes genoemd. Hoewel brood in de 17e eeuw door Nederlanders in Suriname is ingevoerd, ontstonden geregistreerde bakkerijen pas na 1873. Ongeveer driekwart hiervan kwam in handen van Chinezen. Deze ontwikkelden het typische puntbrood als alternatief voor het gebruikelijke Nederlandse busbrood. Dit puntbrood was wat betreft samenstelling en vorm anders dan het busbrood en luxebrood, maar bovendien goedkoper en dus ook voor armere bevolkingsgroepen bereikbaar.[6]

Verwante broodjes

Een Surinaams puntje is niet te verwarren met wat in Nederland ook puntjes worden genoemd: puntvormige kadetjes. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende varianten: zowel hard als zacht en zowel bruin als wit.[7] Surinaamse puntjes zijn luchtiger en wat groter dan Nederlandse puntjes.

Een puntje is vergelijkbaar met wat in Vlaanderen een sandwich genoemd wordt, al is deze zoeter en zachter.