Nordstrand (eiland)

Nordstrand
Eiland van Duitsland
Locatie
Land Duitsland
Eilandengroep Waddeneilanden
Locatie Noordzee en Waddenzee voor Sleeswijk-Holstein
Coördinaten 54°29'33"NB, 8°52'37"OL
Algemeen
Oppervlakte 46,6 excl. kwelders km²
Inwoners 2362
Hoofdplaats n.v.t.
Landgebruik landbouw, toerisme
Website www.amt-nordsee-treene.de/Gemeinden-Stadt/M-S/Nordstrand/
Foto's
Kerkhof Ev.-Lutherse kerk van Odenbüll
Kerkhof Ev.-Lutherse kerk van Odenbüll

Nordstrand is een voormalig[1] waddeneiland en in het Duitse deel van de Waddenzee, behorend tot de Kreis Noord-Friesland in de deelstaat Sleeswijk-Holstein.

Het aantal inwoners van het schiereiland bedroeg eind 2024 2.362. Dit is als volgt berekend:

  • Gemeente Nordstrand: 2.326, minus ca. 20 op Nordstrandischmoor, is 2.306;
  • Gemeente Elisabeth-Sophien-Koog: 56.

Totaal 2.362 personen. Bron: door de Duitse Wikipedia geraadpleegde overheidsstatistieken per 31-12-2024.

Indeling, polders

Bestuurlijk vormt Nordstrand twee gemeenten: Nordstrand en Elisabeth-Sophien-Koog. Tot de gemeente Nordstrand behoort ook het eilandje Nordstrandischmoor, een van de Halligen, dat evenals Nordstrand door middel van een dam met het vasteland is verbonden. Nordstrand kreeg in 1936 door middel van een dam een verbinding met het vasteland, terwijl de polder Beltringharder Koog (grotendeels natuurgebied) sinds 1987 een tweede vaste verbinding vormt.

Nordstrand bestaat uit de volgende polders (Köge, enkelvoud: Koog):

polder vroegere naam jaar van bedijking oppervlakte in km²
Elisabeth-Sophien-Koog (aparte gemeente) Christianskoog 1771 4,78
Alter Koog Friedrichskoog 1654 6,47
Osterkoog Marie-Elisabeth-Koog 1657 5,36
Trendermarschkoog Trindermarsch-Koog 1663 7,93
Neukoog Neuer Koog 1691 6,46
Morsumkoog 1866 7,65
Pohnshalligkoog 1924 7,95
Beltringharder Koog 1987 35,41
Nordstrand (schiereiland) 46,60

De Beltringharder Koog ligt voor 12,17 km² in de gemeente Nordstrand, voor 0,10 km² in de gemeente Elisabeth-Sophien-Koog en voor de rest (2.314 hectare) in de gemeente Reußenköge.

De Alte Koog is het deel van Nordstrand, dat vrijwel ongeschonden bleef bij de Burchardivloed van 1643.

Geografie en infrastructuur

Vanuit Strucklahnungshörn, een haven aan de westkust van Nordstrand, wordt over de Norderhever, de zeestraat tussen beide eilanden, een veerdienst op het buureiland Pellworm onderhouden, die onafhankelijk van het getij met een vaste dienstregeling kan varen. Een toeristenboot genaamd Adler Express verzorgt, met name 's zomers, verbindingen met o.a. Sylt en Amrum v.v.. Te Strucklahnungshörn is ook een reddingsstation met reddingboot van de Duitse reddingsdienst voor schipbreukelingen DGzRS[2] gevestigd.

De voornaamste verkeersweg loopt van de haven van Strucklahnungshörn langs de kust naar Norderhafen, dan zuidoostwaarts naar de Herrendeich, verder oostwaarts naar het gehucht England, en dan noord- en oostwaarts naar de dam aan de zuidkant van het natuurgebied, die bij Hattstedt en Schobüll, gemeente Husum, op het vasteland van Sleeswijk-Holstein uitkomt. Over deze tot Schobüll 18 km lange weg rijdt een streekbus naar Husum v.v.. In Husum staat het dichtstbij gelegen spoorwegstation.

Geschiedenis

De streek behoorde tot 1864 tot het Hertogdom Sleeswijk, en dus was dit gebied indirect onderhorig aan de kroon van Denemarken. Na de Tweede Duits-Deense Oorlog kwam het gebied in 1866 definitief aan Pruisen.

Oorspronkelijk maakte Nordstrand deel uit van het veengebied Uthlande. Na de Sint-Marcellusvloed van 1362 bleef daarvan het hoefijzervormige eiland Alt-Nordstrand over. Dat werd in 1634 tijdens de Burchardivloed voor een groot deel weggeslagen. Een tweede gedeelte dat overbleef is het huidige eiland Pellworm.

Vanaf 1667 heeft een aantal Nederlanders uit het Westland, onder wie Hugo Janszoon Goeijenbier (1617-1699) en zijn broer Cornelius Janszoon Goeijenbier (1637-1680) op Nordstrand dijken aangelegd. Boeren op Nordstrand verloren door overstromingen vaak hun oogst. De broers Goeijenbier bleven op Nordstrand wonen, de familienamen van hun nakomelingen verbasterden uiteindelijk tot 'Gutbier'.

Andere Nederlanders, onder wie de Brabander Quirinus Indervelden, verkregen in 1652 een octrooi van hertog Frederik III van Sleeswijk-Holstein-Gottorp om Nordstrand weer in te polderen. Deze inpolderingen mislukten grotendeels, o.a. door de Kerstvloed van 1717. Een Deens-Franse bankier, Jean Henri Desmercières, verwierf in 1768 een nieuw octrooi voor de inpoldering. Door ervaring wijs geworden, liet hij dijken met een geringere hellingshoek ten opzichte van de zee bouwen. Desmercières had al eerder met succes polders laten aanleggen in de huidige, aangrenzende gemeente Reußenköge in Sleeswijk-Holstein. De gebruikers van de polders, die door Desmercières zijn aangelegd, vormden een aparte gemeenschap op het eiland, wat tot op heden zo is gebleven; Elisabeth-Sophien-Koog is een zelfstandige gemeente, met slechts ruim 50 inwoners.

Sinds de 12e eeuw staat er reeds de Vincentiuskerk, bij Odenbüll. Bij de Reformatie in de 16e eeuw werd dit kerkgebouw evangelisch-luthers. De Nederlanders, die zich als kolonisten vestigden op Nordstrand, waren grotendeels rooms-katholiek. In 1662 lieten zij de parochiekerk Theresiakirche bouwen. De pastoors kwamen uit het Aartsbisdom Utrecht (R.K.). Velen van hen waren aanhangers van de van de Rooms-Katholieke Kerk afwijkende geloofsrichting het jansenisme (Aartsbisdom Utrecht Oudkath.). In 1723, op Nordstrand in 1740, vond de kerkscheuring plaats, waarbij de jansenisten toetraden tot de Oud-Katholieke Kerk (nog tot 1920 die van Nederland, daarna die van Duitsland). Daarbij werd de Theresiakerk oud-katholiek, en de aan Rome trouw gebleven katholieken kerkten in een noodonderkomen. [3] Nadat het eiland Pruisisch geworden was, in 1866, konden de rooms-katholieken ook een eigen godshuis bouwen, de Sint-Olofkerk. In de 19e en 20e eeuw zijn zowel de Vincentiuskerk (die in 1965 dreigde in te storten) als de Theresiakerk ingrijpend verbouwd. Niet iedereen vindt, dat de kerkgebouwen door de verbouwingen verfraaid zijn.

Bezienswaardigheden

  • De evangelisch-lutherse Vincentiuskerk bij Odenbüll heeft een bezienswaardig interieur, met o.a. een uit omstreeks 1480 daterend uit hout gesneden retabel, dat de kruisiging van Jezus uitbeeldt, en een kansel uit 1605, met inscripties in het Nederduits.
  • De oudkatholieke Theresiakerk aan een zijstraatje van de Herrendeich, die het hart van het schiereiland vormt, dateert uit 1662, maar werd in de 19e eeuw in de stijl der neogotiek gerenoveerd. Het interieur is sober.
  • Nordstrand bezit veel overnachtingsmogelijkheden[4] voor vakantiegangers, en ook verscheidene bij de toeristen geliefde restaurants. De bekende Pharisäerhof, enkele kilometers ten noordoosten van de Herrendeich, is gevestigd in een monumentale voormalige boerderij uit 1743.
  • Norderhafen, iets ten noorden van de veerhaven Strucklahnungshörn, ligt aan de noordwestkust van Nordstrand, en is toeristisch ontwikkeld. Het dorp bestaat voor meer dan de helft uit vakantiehuisjes en -appartementen. Het heeft veel kenmerken van een kuuroord, o.a. een jachthaven, een hotel, wellnessvoorzieningen, kuur- en zwembadinrichtingen en dergelijke.
  • Ook Süderhafen, aan de zuidoostkant van het eiland, heeft een jachthaven, enige restaurants, een toeristische pottenbakkerij e.d.. De voormalige windmolen Engel, niet ver van Süderhafen, huisvest een horecagelegenheid; de molen is niet meer maalvaardig.

Afbeeldingen

Literatuurverwijzing

  • Evert Jan Prins, 61 Eilanden in de Waddenzee -een ontdekkingsreis, 2020, ISBN 978 90 5615673 2, blzz. 302-307

Persoonlijkheden in relatie tot Nordstrand

  • Arnold Amsinck (geboren in 1579 in Hamburg; overleden op 31 januari 1656 op Nordstrand), nazaat van een deels uit Twente afkomstig patriciërsgeslacht, was een Duits ondernemer. Hij liet in het begin van de 17e eeuw op Nordstrand uitgestrekte polders aanleggen, die echter door de Burchardivloed verloren gingen. Alleen wat nu de Hamburger Hallig is, bleef boven water. Geruïneerd stierf Amsinck op Nordstrand. Het bezoekerscentrum te Reußenköge bij de dam naar de Hamburger Hallig is naar Amsinck genoemd.
  • Christiaan (of Chrétien) de Cort (geboren in 1608 of 1609 in Hilvarenbeek (Noord-Brabant); overleden op 24 oktober 1669 op Nordstrand), aanvankelijk rooms-katholiek, later oudkatholiek priester; behoorde vanaf circa 1654 tot de Nederlandse kolonisten en dijkbouwers op Nordstrand; van drie andere, welgestelde kolonisten was hij familie; in 1662 liet hij de St.-Theresiakerk bouwen; hij stond lange tijd onder invloed van de mystica Antoinette Bourignon, die ook enige jaren op Nordstrand heeft gewoond.
  • Anton Heimreich (geboren op 5 maart 1626 in Trindermarsch, Alt-Nordstrand[5]; overleden in 1685 in Nordstrandischmoor), evangelisch-luthers dominee op Nordstrand; hij schreef in 1666 de Nordfriesische Chronik, een tot op de huidige dag belangrijk werk voor de studie van de geschiedenis van de regio.
  • Jean Henri Desmercières (geboren op 8 mei 1687 in Parijs; overleden op 15 maart 1778 in Kopenhagen), Deens bankier, buitenechtelijk kind van een graaf en een Franse pruikenmaakster; stichtte de eerste bank in Denemarken, met een kredietrente van 4 in plaats van 20% per jaar; werd befaamd als financier en beheerder van polders, ook omdat hij dijken met een verbeterd dijkprofiel liet aanleggen; stichter van Elisabeth-Sophien-Koog.
  • Ludwig Ingwer Nommensen (geboren op 6 februari 1834 op Nordstrand; overleden op 23 mei 1918 in Sigumpar (Sigumpar), Sumatra, toenmalig Nederlands-Indië), Duits evangelisch-luthers zendeling onder de Batak-volkeren op Sumatra; van 1881-1903 vooral rondom het Tobameer actief; stichtte een nog bestaande protestantse kerk[6] van de Toba Batak; hij vertaalde enige christelijke geschriften in enkele Bataktalen.
  • Peter Harry Carstensen (12 maart 1947 in Elisabeth-Sophien-Koog op Nordstrand), Duits politicus namens de CDU.

Sterk verhaal

In de tweede helft van de 19e eeuw wilde pastor Georg Bleyer[7] paal en perk stellen aan het hoge alcoholgebruik van zijn kerkgemeente. In zijn bijzijn dronk daarom niemand sterke drank.

Een boer uit de omgeving, een zekere Peter Johannsen, had voor het doopfeest van zijn 6e of 7e kind, waarvoor de pastor vanzelfsprekend ook was uitgenodigd, een slim plan bedacht. Hij schonk zijn gasten koffie, met daarin een flinke scheut rum, en daar bovenop een klodder slagroom. Daardoor was de rum ook niet te ruiken. De pastor had niet in de gaten dat iedereen stiekem een alcoholisch drankje nuttigde want hij kreeg gewone, alcoholvrije koffie gepresenteerd.

Dit werd een gewoonte, totdat het een keer misging en de zielenherder rum in zijn koffie proefde. Daarop riep hij uit: Oh, ihr Pharisäer! (O, gij Farizeeërs!), verwijzende naar de passages uit de Bijbel, waarin Jezus Christus de farizeeën verwijt, schijnbaar een leven te leiden overeenkomstig de letter van de Joodse godsdienstwetten, maar in werkelijkheid daar zwaar de hand mee te lichten; zie o.a. Matteüs, hoofdstuk 23.

De pastor schijnt deze kleine zonde niet al te zwaar te hebben opgenomen. Niet lang daarna deed het verhaal de ronde in de wijde omtrek. En al spoedig werd de koffie met rum en slagroom, de Pharisäer, een populaire consumptie, ook voor de toeristen, en de culinaire specialiteit van Nordstrand. De tot restaurant verbouwde, monumentale boerderij Pharisäerhof is tot op de huidige dag een van de om dit drankje befaamde horecagelegenheden.

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Nordstrand op Wikimedia Commons.