Jan Diederik Pruissen
| Jan Diederik Pruissen | ||||
|---|---|---|---|---|
| Algemeen | ||||
| Geboren | 9 april 1833 | |||
| Geboorteplaats | ||||
| Overleden | 2 februari 1908 | |||
| Overlijdensplaats | ||||
| Functies | ||||
| 1866-1891 | Burgemeester van Eenrum | |||
| ||||
Jan Diederik Pruissen (Zuidlaren, 9 april 1833 – ‘s-Gravenhage, 2 februari 1908)[1][2] was een Nederlands bestuurder en landbouwer. Hij was van 1866 tot 1891 burgemeester van Eenrum.[3][4]
Pruissen kwam uit een welgestelde familie: zijn vader Petrus Everhardus was arts en zijn grootmoeder, Bartha Johanna, kwam uit het adellijke geslacht Sickinghe. Zij woonden op de Almaborg bij Bedum. Bartha Johanna was een dochter van Feijo Sickinghe, majoor der cavalerie en commandeur van de Langakkerschans. Via deze lijn was Pruissen een directe afstammeling van Onno Sickinghe, burgemeester van Groningen. Pruissen’s grootvader aan moederskant was G.H.G. Brockes, doctor in beide rechten en eigenaar van de borg Rozenburg in Scharmer.
Alvorens hij burgemeester werd was Pruissen werkzaam als landbouwer. In 1867 trouwde hij met Grietje Wierda, een dochter van fabrikant Hendrik Willem Wierda en de zus van Enno Wierda, later beiden burgemeester van Winsum.[5]
Na zijn burgemeesterschap vertrok Pruissen via Rotterdam naar Den Haag, waar hij op 74-jarige leeftijd overleed.[6][2]
- (1909). Familie Pruissen. KNGGW - De Nederlandsche Leeuw 27e jaargang: pag.186-187
- ↑ Bevolkingsregister. Drents Archief (9 april 1833). Geraadpleegd op 21 april 2025.
- ↑ a b Overlijdensakten. Haags Gemeentearchief (2 februari 1908). Geraadpleegd op 21 april 2025.
- ↑ Nederlanden. Staatscourant (25 maart 1866). Geraadpleegd op 21 april 2025.
- ↑ Bekendmakingen. Staatscourant (28 april 1891). Geraadpleegd op 21 april 2025.
- ↑ Huwelijksregister 1867. Groninger Archieven (14 maart 1867). Geraadpleegd op 21 april 2025.
- ↑ Bevolkingsregistratie, Bevolkingsregister. Stadsarchief Rotterdam (18 september 1891). Geraadpleegd op 21 april 2025.
| Voorganger: H.H. Blaauwpot |
Burgemeester van Eenrum 1866–1891 |
Opvolger: E.R. van der Leij |