Hans Rieder

Hans Rieder (Gent, 1 juli 1956) is een Belgisch advocaat.

Levensloop

Hans Rieder studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Gent. In 1984 werd hij advocaat aan de balies van Gent en Brugge. In 2001 was hij medeoprichter van het kantoor Rieder & Verdonck met vestigingen in Brugge en Gent. Hij is gespecialiseerd in strafrecht.

Hij was advocaat van onder meer vetsmelters Jan en Lucien Verkest (Dioxinecrisis), Alex Vercauteren, de opdrachtgever van de moord op Karel Van Noppen, een van de ontvoerders van Anthony De Clerck, fraudeur Jean-Pierre Van Rossem, de bank Dexia in de zaak-Lernout & Hauspie,[1] een beklaagde van de moord op Stijn Saelens,[2] de christelijke arbeidersbeweging ACW,[3] drugscrimineel Silvio Aquino,[4] de Somalische piratenkoning Mohamed Abdi Hassan,[5] scheidsrechter Bart Vertenten (Operatie Propere Handen),[6] de van grensoverschrijdend gedrag beschuldigde kunstenaar Jan Fabre,[7] Optima-topman Jeroen Piqueur,[8] Schild & Vrienden-oprichter Dries Van Langenhove[9] en drugsbaron Flor Bressers.[10]

Controverses

In 2003 werd Rieder in verdenking gesteld en beschuldigd van meineed tijdens het assisenproces over de moord op Karel Van Noppen, maar in 2005 werd hij hiervoor buiten vervolging gesteld.[11]

In 2020 mocht hij gedurende zes maanden niet als plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep in Gent zetelen na een uithaal tegen een openbaar aanklaagster.[12] In 2021 werd hij hiervoor voor smaad en bedreiging veroordeeld door het Antwerpse hof van beroep.[13] In 2023 werd hij ontslagen als plaatsvervangend raadsheer.[14]

In 2024 werd hij beschuldigd van domiciliefraude en belastingontduiking.[15] In mei 2025 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden met uitstel voor fiscale fraude. Volgens het hof van beroep in Brussel pleegde hij tussen 2012 en 2019 domiciliefraude door 'op papier' in Zwitserland te verblijven.[16]

In 2024 moest hij voor de tuchtraad van de Orde van Advocaten verschijnen omdat hij tijdens het proces van Dries Van Langenhove een keppel droeg.[17]