Gewoon pluisjesmos

Gewoon pluisjesmos
Exemplaren in kapseling
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (planten)
Stam:Bryophyta (mossen)
Klasse:Bryidae
Orde:Bryales
Familie:Dicranaceae (gaffeltandmosfamilie)
Geslacht:Dicranella (pluisjesmos)
Soort
Dicranella heteromalla
(Hedw.) Schimp. (1856)
Gewoon pluisjesmos
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gewoon pluisjesmos op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Gewoon pluisjesmos (Dicranella heteromalla) is een soort uit de gaffeltandmosfamilie (Dicranaceae).

Determinatie

Het groeit in dichte, zijdeachtige, geelgroene tot groene zoden. Het mos bereikt een hoogte van 1–2 cm. Het blad is smal, lancetvormig- priemvormig, getand en min of meer gebogen. De lengte is 3–3,5 mm. Het wijst zowel droog als nat in een richting. De bladbasis is eivormig. De bladnerf enkelvoudig, smal tot breed, soms kort uittredend.

De sporenkapsels staan op een gele seta. Ze zijn kapsels zelf zijn roodbruin. De seta lang, recht, zelden iets gebogen. Het sporendoosje cilindrisch tot eivormig, rechtopstaand tot horizontaal, glad of geribd.

Buiten de bossen op zandgrond, zoals op afgeplagde graslanden of op sloot- en beekoevers, is verwarring met andere soorten mogelijk en oplettendheid geboden. Gewoon pluisjesmos komt hier echter wel veel voor. In heidevelden vindt men naast gewoon pluisjesmos soms ook in groten getale kroppluisjesmos (Dicranella cerviculata), vooral op geplagde delen. Vegetatief is gewoon pluisjesmos nauwelijks van kroppluisjesmos te onderscheiden. Het kropje onderaan het kapseltje van kroppluisjesmos moet dan uitsluitsel geven.

Ecologie

De soort groeit op zandige grond op steilkanten, ontwortelingskluiten, aan boomvoeten, padranden en op rotsen in bossen, struwelen, heide en venige hooilanden. De soort komt voor op leemachtige of zanderige, open en zure plaatsen, soms ook op kalkhoudend of in ieder geval kalkhoudend gesteente.

Syntaxonomie

In de syntaxonomie staat gewoon pluisjesmos te boek als kensoort voor de haar naar genoemde pluisjesmos-klasse (Dicranelletea heteromallae) maar ook van de klasse van eiken- en beukenbossen op voedselarme grond (Quercetea robori-petraeae).

Verspreiding

Het verspreidingsgebied is wijdverbreid in de gematigde breedtegraden van het hele noordelijk halfrond. In Centraal-Europa groeit het zeer frequent in leembossen, bijvoorbeeld aan de randen van boswegen, in bosstruiken of in sloten. Het is wijdverbreid en frequent van de vlakten tot aan de bosgrens. In Nederland is de soort algemeen. Het is niet bedreigd en staat niet op de Nederlandse Rode Lijst.

Fotogalerij