Seychellenreuzenschildpad

Seychellenreuzenschildpad
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Seychellenreuzenschildpad
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Cryptodira (Halsbergers)
Familie:Testudinidae (Landschildpadden)
Geslacht:Aldabrachelys
Soort
Aldabrachelys gigantea
(Schweigger, 1812)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Seychellenreuzenschildpad op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De seychellenreuzenschildpad[1] (Aldabrachelys gigantea) is een schildpad uit de familie landschildpadden (Testudinidae).

Naam en indeling

De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door August Friedrich Schweigger in 1812. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Testudo gigantea gebruikt. Oudere wetenschappelijke benamingen zijn Testudo elephantina, Geochelone gigantea, Dipsochelys elephantina en meest recentelijk Dipsochelys dussumieri.[2] De soort wordt ook wel aldabra-reuzenschildpad genoemd. Het is tegenwoordig de enige soort uit het monotypische geslacht Aldabrachelys.

Uiterlijke kenmerken

Jongere dieren hebben duidelijke groeiringen op de schildplaten die bij oudere exemplaren echter verdwijnen. Het schild krijgt dan een glad oppervlak en de schildkleur van de volwassen schildpadden is bronsachtig.[3]

Het schild is duidelijk koepelvormig en komt bij de flanken tot op de grond, maar aan de voorzijde en bij de achterpoten is het schild korter. De rugplaten zijn enigszins stervormig, bij heel oude dieren worden het vormloze bulten op het schild. Deze soort kan op de poten staan, waardoor 'volwaardig' gelopen kan worden, in tegenstelling tot de meeste andere reptielen die zich met de buik op de grond voortslepen. Het rugschild kan een lengte bereiken van ongeveer 120 centimeter, het lichaamsgewicht kan meer dan 300 kilo bedragen.[4]

Aan weerszijden van het schild zijn elf marginaalschilden aanwezig. Het supracaudaal schild is meestal ongepaard. De kleur van de huid aan de poten, kop en staart is grijs. De kop heeft een afgeronde vorm en een uitstekende snuit. Aan de bovenzijde van de kop zijn twee vergrote, helmachtige schubben aanwezig. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door een langere en dikkere staart en de oudere mannetjes hebben een iets holler buikschild.

Levenswijze

Deze reuzenschildpad is een van de weinige soorten die niet op de rand van uitroeiing staat; in het wild leven nog duizenden exemplaren. Het natuurlijke verspreidingsgebied beperkt zich tot het Aldabra-atol, maar deze schildpad is op andere eilanden uitgezet. De schildpad kan een leeftijd bereiken van meer dan 200 jaar. Het oudste exemplaar ooit is Adwaitya, dit exemplaar werd 255 jaar oud. Adwaitya overleed in 2006.

De seychellenreuzenschildpad leeft in droge streken zoals open plekken in het bos, graslanden, scrubland en drogere delen van moerassen. Op het menu staan plantendelen zoals grassen en zaden, ook houtige delen van planten worden gegeten. Daarnaast wordt ook ontlasting en aas gegeten, zoals dode landkrabben.[4] De schildpad is in staat om door de neusgaten te drinken, waaraan ook de verouderde wetenschappelijke naam Dipsochelys (drinkende schildpad) aan te danken is.

De mannetjes vertonen baltsgedrag voorafgaand aan de paring. De eieren worden tussen juni en september afgezet in een nest. Het nest wordt na zonsondergang gegraven om oververhitting van het vrouwtje te voorkomen.

Afbeeldingen: paring

Ondersoorten

Er worden vier ondersoorten erkend, die verschillen in het uiterlijk en het verspreidingsgebied.

  • Ondersoort Aldabrachelys gigantea arnoldi
  • Ondersoort Aldabrachelys gigantea daudinii
  • Ondersoort Aldabrachelys gigantea gigantea
  • Ondersoort Aldabrachelys gigantea hololissa

Uiterlijke kenmerken

De schildpad kan een schildlengte bereiken van XXX centimeter. De temporaalschubben zijn altijd ongepaard. Onder de kin zijn XXX baarddraden aanwezig. rugschild buikschild

De plastronformule is als volgt: abd > hum > fem > pect >< intergul >< an >

Verspreiding en habitat

De soort komt voor in delen van Azië en leeft in Australië (Nieuw-Zuid-Wales, Noordelijk Territorium, Queensland, Victoria, West-Australië, Zuid-Australië, Tasmanië, Australian Capital Territory Noord-, Midden- en Zuid-Amerika

De soort komt voor in delen van Noord-Amerika en leeft in de landen Mexico en de Verenigde Staten. In Mexico komt de soort voor in de staten XXXX. In de VS is de schildpad te vinden in de staten XXXX

De habitat bestaat uit tropische en subtropische bossen tropische en subtropische zowel in laaglanden als in bergstreken.

Ook in door de mens aangepaste streken zoals plantages, landelijke tuinen, stedelijke gebieden en aangetaste bossen kan de schildpad worden gevonden.

Ook in door de mens aangepaste streken zoals XXXX kan de hagedis worden gevonden.[2]

De soort is aangetroffen op een hoogte van ongeveer XXX meter boven zeeniveau. De soort is aangetroffen van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer XXX meter boven zeeniveau.

endemisch

  • (en) – C.H. Ernst, R.G.M. Altenburg & R.W. Barbour - Turtles of the world - Aldabra giant tortoise ( Geochelone gigantea ) - Website[5]
  • (en) – Franck Bonin, Bernard Devaux & Alain Dupré, vertaald door Peter C.H. Pritchard - Turtles of the World – Pagina XXX – 2006 – Johns Hopkins University Press – ISBN 0801884969[6]

Beschermingsstatus

  • 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC)
  • 'onzeker' toegewezen (Data Deficient of DD)
  • 'kwetsbaar' toegewezen (Vulnerable of VU)
  • 'gevoelig' toegewezen (Near Threatened of NT)
  • 'bedreigd' toegewezen (Endangered of EN)
  • 'ernstig bedreigd' toegewezen (Critically Endangered of CR)

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus XXX.[7] DATA IUCN SITE NALOPEN

Bronvermelding