Frietvorkje


Een frietvorkje, patatvorkje of snackvorkje is een vorkje waarmee friet en andere snacks gegeten kunnen worden.
De vorkjes vallen in de categorie wegwerpbestek; ze worden doorgaans gemaakt van kunststof of hout. Er zijn verschillende varianten, zoals de tweetand (al dan niet met weerhaakjes) en de drietand; in die laatste categorie vallen de plastic modellen. Het standaard plastic model wordt ook wel het Neptunusmodel genoemd.[1] De plastic modellen zijn er in meerdere kleuren; blauw, groen, roze, wit, geel en zwart en zijn 8,50 cm lang. Het inmiddels ter ziele gegane Frietkotmuseum in Antwerpen bezat in 1995 bijna veertig typen frietvorkjes.[1]
Geschiedenis
Het frietvorkje bestond in België al vóór de Tweede Wereldoorlog en is in ieder geval sinds ongeveer halverwege de twintigste eeuw in dat land gemeengoed.[2][3]
De eerste frietvorkjes waren van hout. In de loop der tijd werden ze vervangen door plastic exemplaren.[1] Uit milieu-overwegingen ging de voorkeur rond 2018 in België echter weer uit naar de houten versie.[4] De houten frietvorkjes worden gemaakt van in elk geval licht berkenhout en hebben lengtes tot zeker veertien centimeter.
Sinds 3 juli 2021 is het verboden binnen de Europese Economische Ruimte plastic wegwerpbestek, en daarmee ook plastic frietvorkjes, in de handel te brengen.[5]
- ↑ a b c 'Friet, frietkot, frietzak, frietvork', Provinciale Zeeuwse Courant, 26 januari 1995. Gearchiveerd op 13 april 2021.
- ↑ 'Ken ik die aardappel misschien ergens van?', H.H. in Het Parool, 23 november 1984, pag. 6.
- ↑ 'n Pientere Belg loopt niet met friet, Wim de Jong in Het vrije volk, 8 december 1983, pag. 20.
- ↑ 'Zal het houten frietvorkje ons redden?', De Standaard, 31 mei 2018. Gearchiveerd op 26 februari 2022.
- ↑ (en) European Union: Ban on Single-Use Plastics Takes Effect. Library of Congress, Washington, D.C. 20540 USA. Geraadpleegd op 15 maart 2025.