Eerste Klasse schaken
| Eerste Klasse KNSB-competitie | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
| Algemeen | ||||
| Land(en) | Nederland | |||
| Sportbond | Koninklijke Nederlandse Schaakbond | |||
| Opgericht | 1950 | |||
| Sport | schaken | |||
| Structuur | ||||
| Promotie naar | Meesterklasse schaken | |||
| Degradatie naar | Tweede Klasse KNSB | |||
| Aantal teams | 20 | |||
| Titels | ||||
| Record kampioen | Schaakclub Utrecht (11x) | |||
| ||||
De Eerste Klasse is de op een na hoogste schaakcompetitie voor schaakverenigingen in Nederland. De Eerste Klasse bestaat uit twee divisies, de Eerste Klasse A en de Eerste Klasse B van ieder 10 teams. In beide divisies wordt er een halve competitie gespeeld. De beide kampioenen promoveren naar de Meesterklasse, de nummers negen en tien van beide poules degraderen naar de Tweede Klasse.
NB: De Eerste Klasse moet niet verward worden met de Eerste klasse dat tussen 1920 en 1942 het hoogste schaakniveau van Nederland was. De naam van die competitie is gewijzigd in Hoofdklasse en later in Meesterklasse.
Geschiedenis
De Eerste Klasse zoals deze bestaat in huidige vorm is opgericht in 1950.[1] Tot het seizoen 1949/50 was er slechts één landelijke divisie, de Hoofdklasse, met vier regionale groepen. De winnaars van die groepen kwamen tegen elkaar uit in een play-off om het landskampioenschap.
Op de bondsvergadering van de Schaakbond van 5 maart 1949 werd besloten om de Hoofdklasse om te vormen tot één divisie van acht tientallen, met daaronder twee parallelle divisies (Eerste klasse A en Eerste klasse B).[2] Later werd besloten om onder de Eerste Klasse nog vier parallelle Tweede Klasse-divisies (A t/m D te introduceren.[3]
Het seizoen 1950/51 was het eerste seizoen waarin deze nieuwe piramidale structuur intrede deed. De top-2 van elke Hoofdklasse-groep in het seizoen 1949/50 werd ingedeeld in deze nieuwe hoofdklasse. De overige teams daalden, afhankelijk van de prestaties, af naar de Eerste Klasse of de Tweede Klasse.
Per het seizoen 1971/72 werd het aantal teams in de Eerste Klasse uitgebreid tot twintig, tien per divisie.[4]
Per het seizoen 1986/87 werd de Derde Klasse ingevoerd. De Tweede Klasse ging terug naar drie groepen.[4] Dit had ook gevolgen voor de degradatieregeling in de Eerste Klasse. Niet langer degradeerden de nummers 9 en 10 van de A- en B-groep, maar uitsluitend nog de nummers 10 van beide groepen en de slechtste nummer 9. Per het seizoen werd de 1-2-4-8 piramide hersteld,[4] zodat vanaf toen de twee nummers laatst weer afdaalden naar de Tweede Klasse. Sindsdien zijn er geen relevante wijzigingen geweest.
Kampioenen per seizoen
Top-10 kampioenschappen per club
| # | Club | Aantal | Opm. |
|---|---|---|---|
| 1 | Schaakclub Utrecht | 11 | Inclusief eenmaal door het tweede team |
| 2 | Bussums Schaakgenootschap | 10 | |
| 3 | Discendo Discimus | 8 | |
| 4 | HWP Sas van Gent | 7 | |
| Leidsch Schaakgenootschap | 7 | ||
| 6 | Eindhovense Schaakvereniging | 6 | |
| Philidor Leeuwarden | |||
| Schaakclub Groningen | |||
| 9 | De Stukkenjagers | 5 | |
| 10 | Hilversums Schaakgenootschap | 4 | |
| Strijdt met Beleid | |||
| De Variant Breda | Inclusief tweemaal door het tweede team |
- ↑ Tot het seizoen 1941/42 heette de hoogste competitie van Nederland ook de Eerste Klasse. Later werd deze competitie hernoemd tot de Hoofdklasse en nog later tot de Meesterklasse.
- ↑ (1 april 1949). Kort verslag van de Bondsraadsvergadering gehouden op 5 maart 1949 te Utrecht. Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond 57 (3)
- ↑ (1 juni 1950). Beknopt verslag bondsraadsvergadering van 25 maart 1950 te Utrecht. Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond 57: 380-381
- ↑ a b c Bij de Weg, Minze (2020-08). Van vijftig spelers naar drieduizend: honderd jaar KNSB-competitie. Schaakmagazine 127 (4): 11-13
