Edouard Fiers

Edouard Fiers
Portret van Edouard Fiers door zijn vriend Warnots (ca. 1842)
Portret van Edouard Fiers door zijn vriend Warnots (ca. 1842)
Persoonsgegevens
Volledige naam Edouard Amand Joseph Fiers
Geboren Ieper, 22 augustus 1822
Overleden Schaarbeek, 22 december 1894
Geboorteland België
Beroep(en) beeldhouwer
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
België
Lithografie van het beeld Le premier amour uit de geïllustreerde catalogus van de Exposition historique de l'art belge (1880)

Edouard Amand Joseph Fiers (Ieper, 22 augustus 1822Schaarbeek, 22 december 1894) was een Belgisch beeldhouwer.[1]

Leven en werk

Edouard Fiers was een zoon van glazenier François Fiers en Thérèse Dehollander. Hij werd opgeleid aan de Academie in Ieper, onder leiding van Jean-Baptiste Autrique. Hij studeerde vanaf 1839 verder aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel, onder leiding van François-Joseph Navez. Hij was er een leerling van Louis Jehotte, die aan de Brusselse academie de cursussen 'antieke figuur' en 'historische compositie' introduceerde. Fiers behaalde in het studiejaar 1841-1842 de eerste plaats met zijn historische compositie en won naast de academiemedaille een gouden medaille van de stad Brussel. In 1842 werd hij als oud-leerling van de Ieperse Academie ook door zijn geboortestad gehuldigd.[2] De stad voorzag hem jaarlijks (1842-1848) van een studiebeurs en betaalde een remplaçant, zodat Fiers niet in militaire dienst hoefde.[3] Vanaf 1841 was Fiers achtereenvolgens werkzaam op de ateliers van Willem Geefs en Eugène Simonis, een verplichting van de Academie om ook praktijkervaring op te doen. In 1844 sloot hij zijn academische opleiding af met een eerste prijs voor beeldhouwen naar levend model.[4] Zijn toelage vanuit Ieper stopte. In 1845 gaf de stad hem opdracht een beeld te maken van stadspatrones Onze-Lieve-Vrouw van Thuyne voor de belforttoren van de Lakenhalle van Ieper.[5] Fiers trouwde in 1851 met Marie Tondeur (1805-1892) en zij vestigden zich in Schaarbeek.

Fiers ontwierp en maakte onder meer allegorische figuren, bustes, grafmonumenten, portretten en standbeelden in een neoclassicistische stijl. Hij maakte zijn beelden in diverse formaten en uitvoeringen. Fiers toonde zijn werk een aantal keren op exposities van oud-leerlingen van de Ieperse Academie. Vanaf 1850 nam hij deel aan salons in Antwerpen, Brugge, Brussel en Gent en tentoonstellingen van Levende Meesters in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Speciaal voor de Nederlandse markt maakte hij beeldjes van onder anderen Jacob Cats, Joost van den Vondel en koning Willem III. Hij nam niet deel aan de Parijse salon, wel aan wereldtentoonstellingen in Parijs (1855, 1867 en 1878). Zijn werk werd meerdere malen bekroond. Op een tentoonstelling van de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam toonde hij in 1862 zijn beeld De slavin, het leverde hem een gouden medaille op en een benoeming tot lid van verdienste van de Academie. Als dank schonk hij de Academie een gipsen versie van het beeld. Op de Exposition historique de l'art belge in Brussel toonde hij in 1880 De eerste liefde (1857), De slavin (1862) en De Margriet (1869),[6][7] die hij mogelijk zelf als zijn beste werken beschouwde.[5]

In 1854 deed Fiers een voorstel aan het stadsbestuur van Ieper om de stad een uitvoering in gips van al zijn werken te schenken, dat in dank werd aanvaard. De stad en de Sociéte des beaux-arts deelden de kosten van het gieten. De beelden, op dat moment 28 stuks, werden opgesteld in een aparte afdeling van het Stedelijk Museum. De collectie werd tijdens de Eerste Wereldoorlog vernield en vanaf 1927 weer opgebouwd. Kort voor zijn overlijden schonk Fiers zijn Le lien d'amour (De liefdesband), een beeld van de godin Venus met haar zoontje Cupido, aan Schaarbeek op voorwaarde dat het in de trouwzaal van het gemeentehuis van Schaarbeek zou worden opgesteld. In 1911 werd het gemeentehuis door brandstichting verwoest. Na wederopbouw en restauratie van het beeld door Albert Desenfans kreeg het een nieuwe plek bovenaan de eretrap tegenover de ingang van de trouwzaal.[8]

De beeldhouwer werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Dannebrog (1860)[9] en Ridder in de Leopoldsorde (1863).[10] Edouard Fiers overleed op 72-jarige leeftijd.[11] In Ieper (1895) en Schaarbeek (1903)[12] werden straten naar hem vernoemd.

Enkele werken

Galerij

Literatuur

  • Jan Dewilde (2005) Edouard Fiers 1822-1894. Ieper: Stedelijke Musea Ieper. ISBN 9789076991092
Zie de categorie Edouard Fiers van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.