Dien Avond en die Rooze
Dien Avond en die Rooze is een gedicht van Guido Gezelle.
Gezelle schreef dit gedicht op 1 november 1858 voor zijn op dat moment 18-jarige leerling Eugène Van Oye, die in zijn knoopsgat een roos droeg, die hij aan Gezelle schonk.[1]
Tweeledige opbouw
Het gedicht is de hele tijd een tweeledigheid, waarvan de twee delen elkaar aanvullen:
- De titel: twee begrippen die de kerngedachten van het gedicht vormen en die in de loop van het gedicht evolueren:
- Dien Avond (= het uur, de tijd):
- Deel 1 (vers 1-3): de ogenblikken van vriendschappelijk bijeenzijn in het verleden.
- Deel 2 (vers 9-19): het bijeenzijn op die bewuste avond.
- Deel 3 (vers 23-24): de herinnering aan deze avond later, in de toekomst.
- Die Rooze (= de bloem):
- Deel 1 (vers 5): de rooze staat voor de gedichten van Gezelle voor Van Oye en omgekeerd.
- Deel 2 (vers 17): de meegebrachte roos is de laatste van de zomer (door Van Oye aan Gezelle geschonken).
- Deel 3 (vers 27-28): de vriendschap waarvan de roos het symbool was.
- U verwijst naar de affectie tussen Guido Gezelle en Eugène Van Oye
- Dien Avond (= het uur, de tijd):
- Het thema is ook tweeledig: vriendschap en misschien liefde heeft twee partijen nodig.
- De structuur: het gedicht is opgebouwd uit twee identieke delen:
- Deel 1: vers 1-16
- Deel 2: vers 17-32
- Het rijmschema: mannelijk en vrouwelijk rijm worden voortdurend afgewisseld (mannelijk in de oneven verzen, vrouwelijk in de even verzen). Alle oneven verzen eindigen op 'u'. Het rijmschema is als volgt: abab acac adad aeae afaf afaf afaf agag (gekruist rijm).
- De stijl: er komen veel dubbelvormen en parallellismen voor (cfr. tweeledigheid). Ook de herhaling (bijvoorbeeld 'menig' en 'met u') wordt aangewend, maar zonder daardoor een storend element te zijn.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Guido Gezelle, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht, Antwerpen. Samenstelling inleiding en notities van E. J. M. Laudy-Arnolds
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Gezelle/Dien avond en die rooze op Wikisource.