De liefdesboodschapper

De liefdesboodschapper
De liefdesboodschapper
Kunstenaar Pieter de Hooch
Signatuur P d hooch
Jaar circa 1670
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 57 × 53 cm
Museum Hamburger Kunsthalle
Locatie Hamburg
Inventarisnummer HK-184
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

De liefdesboodschapper (Duits: Der Liebesbote)[1] is een schilderij van Pieter de Hooch dat hij rond 1675 maakte. Sinds 1888 maakt het deel uit van de collectie van de Hamburger Kunsthalle.

Voorstelling

Op het schilderij is een man te zien die zojuist een welgesteld huis is binnengegaan. Met gebogen hoofd biedt hij een jonge vrouw een brief aan. De dame is gekleed in een rijk versierde gele jurk van zijde en houdt onder haar linkerarm een hondje vast. Naast haar staat nog een hond die de bezoeker waakzaam bekijkt. Door een open deur, een typisch kenmerk van de werken van De Hooch, kan in een tweede ruimte gekeken worden. Net als de vestibule heeft deze kamer een zwart-witte tegelvloer, nog een terugkerend element bij de schilder. Misschien is de vrouw opgestaan van het virginaal dat achterin de ruimte staat. Door de buitendeur is een gracht met een rij huizen te zien. Het rood van de stoelen, het geel van de jurk en het blauw van de mantel van de man zijn de belangrijkste kleuraccenten in het schilderij.

Waarschijnlijk overhandigt de man een liefdesbrief in opdracht van zijn heer. Deze betekenis van het schilderij wordt door verschillende elementen onderstreept, zoals het fallussymbool op de deur. Het erotische schilderij rechtsboven stelt Lot en zijn dochters voor. De Hooch gebruikte hiervoor een deel van een gravure van Jan Saenredam naar een schilderij van Hendrick Goltzius als voorbeeld.

In de periode rond 1670 werkte De Hooch in Amsterdam. Daar schilderde hij meer werken waarop een brief overhandigd wordt. Waarschijnlijk had Gerard ter Borch dit thema geïntroduceerd.

Herkomst

De herkomst van het schilderij is niet volledig bekend. Het is vaak in andere handen overgegaan, maar heeft in ieder geval de volgende eigenaars gehad:

  • tot 1809: Johannes Caudri, Amsterdam, boekhouder van de VOC.
  • tot 1825: M. Lapeyrière, Parijs
  • tot 1847: S. A. Koopman, Utrecht
  • tot 1850: M. T. Schwelling, Aken
  • minstens vanaf 1861: Nicolaus Hudtwalcker, Hamburg, verzekeringsmagnaat en kunstverzamelaar.
  • vanaf 1863: Johannes Wesselhoeft, Hamburg; hij erfde het schilderij van zijn oom Nicolaus Hudtwalcker.
  • 1888: aankoop door de Hamburger Kunsthalle.

Afbeeldingen

Literatuur

  • Hamburg Kunsthalle (2019). Kunst aus acht Jahnhunderten. p. 60-61
  • C. Hofstede de Groot (1892). Proeve eener kritische beschrijving van het werk van Pieter de Hooch. nr. 26
  • Gustav Leithäuser (1889). Hamburger Kunsthalle, die Gemälde-Sammlung Hudtwalcker-Wesselhoeft. p. 45-46