Grootsporige gordijnzwam

Grootsporige gordijnzwam
Grootsporige gordijnzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Cortinariaceae
Geslacht:Cortinarius
Soort
Cortinarius casimirii
(Velen.) Huijsman (1955 [1])
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De grootsporige gordijnzwam (Cortinarius casimirii) is een schimmel behorend tot de familie Cortinariaceae. Hij vormt ectomycorrhiza met Eik (Quercus), Fagus, Berk (Betula) en Kruipwilg (Salix repens) in loof- en gemengde bossen en langs lanen op voedselarm tot matig voedselrijk, droog tot matig vochtig zand of leem.[2]

Kenmerken

Uiterlijke kenmerken

Hoed

De hoed heeft een diameter van 20-40 mm. De vorm is rond en umbonaat. De kleur is grijs-bruin. Jonge exemplaren hebben wollige restanten velum aan de hoedrand.

Lamellen

De lamellen staat matig dicht bij elkaar. De kleur is bleek bruin.

Steel

De steel heeft een lengte van 30-65 mm en dikte van 4-6 mm.

Geur en smaak

De geur is vaag radijsachtig.

Microscopische kenmerken

De sporen zijn breed elipsevormig en meten 9,0-13 x 6,0-7,0 micron.

Verspreiding

In Nederland komt de grootsporige gordijnzwam algemeen voor. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.