Coelomys
| Coelomys | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Ondergeslacht | |||||||||||||
| Coelomys Thomas, 1915 | |||||||||||||
| Typesoort | |||||||||||||
| Coelomys mayori Thomas, 1915 | |||||||||||||
| Coelomys op | |||||||||||||
| |||||||||||||
Coelomys is een ondergeslacht van het geslacht Mus dat voorkomt in de bergen van Zuid- en Zuidoost-Azië.[1] Leden van dit ondergeslacht zijn kleine, spitsmuisachtige muizen met een geïsoleerde verspreiding op bergtoppen. Ze hebben een fluweelachtige of stekelige vacht en kleine ogen. Ze leven op de bosbodem.[2]
Er zijn vier soorten:[1]
- Mus crociduroides (West-Sumatra)
- Mus mayori (Sri Lanka)
- Mus pahari (Noordoost-India tot Zuidwest-Cambodja en Noord-Vietnam)
- Mus vulcani (West-Java)
Mus famulus is ook wel in Coelomys geplaatst,[2] maar genetische en enkele morfologische gegevens wijzen op verwantschap met het ondergeslacht Mus.[1]