CO2-heffing industrie
De CO2-heffing industrie is een in 2021 in Nederland ingevoerde heffing. Deze heffing is een geldbedrag dat industriële installaties met een hoge CO2-uitstoot moet betalen aan de overheid per ton CO2-uitstoot. In principe duurt de CO2-heffing industrie tot 31 december 2030. De Nederlandse Emissieautoriteit (Nea) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de heffing.[1] De heffing is geregeld in de Wet belastingen op milieugrondslag.
Totstandkoming
In 2019 sloot de Nederlandse overheid het klimaatakkoord met diverse organisaties en bedrijven in Nederland. Hierbij sprak de overheid af om de CO2-reductie in 2030 met 49 procent te verminderen ten opzichte van 2019.[2] Een van de maatregelen ter verduurzaming van de Nederlandse industrie is een nationale CO2-belasting voor de industrie. Het doel van de heffing is om een CO2-reductie te realiseren van 14,3 megaton CO2.[2]
Belastingplichtigen
De CO2-heffing industrie wordt geheven van degene die een industriële installatie exploiteert.[3] Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende installaties:[1]
- Industriële installaties die aan het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS) meedoen;
- Afvalverbrandingsinstallaties;
- Processen waarbij lachgas (N2O) in de lucht vrijkomt.
Belastinggrondslag
De CO2-heffing wordt berekend over de industriële jaarvracht. Dit is volgens de wet "het aantal ton kooldioxide-equivalent van een industriële installatie in een kalenderjaar dat in de lucht is veroorzaakt en ter zake waarvan de CO2-heffing industrie wordt geheven".[4]
Bedrijven die meedoen aan het Europees Emissiehandelsysteem (EU ETS) betalen al emissierechten per ton CO2-uitstoot. Om deze reden mogen dergelijke bedrijven het geldbedrag van een emissierecht aftrekken van het tarief van de CO2-heffing industrie. In 2024 bedroeg een emissierecht bijvoorbeeld € 86,32. Het tarief van de CO2-heffing industrie werd in dat jaar vastgesteld op € 74,17. Bedrijven die deelnemen aan het EU ETS hoeven om deze reden in 2024 geen CO2-heffing industrie te betalen.[5]
Verder hoeven bedrijven over een deel van hun CO2-uitstoot geen CO2-heffing industrie te betalen. Deze vrijgestelde uitstoot wordt uitgedrukt in dispensatierechten. Hierbij staat één dispensatierecht gelijk aan één ton CO2-uitstoot.[6]
Tarieven
| 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Tarief per ton kooldioxide-equivalent | € 30,48 | € 41,75 | € 55,94 | € 74,17 | € 87,90 |
In principe wordt het tarief tot en met 2030 jaarlijks verhoogd met € 12,84.[7]
- ↑ a b Emissieautoriteit, Nederlandse, CO2-heffing algemeen - Nederlandse Emissieautoriteit. www.emissieautoriteit.nl (27 januari 2021). Geraadpleegd op 9 juni 2025.
- ↑ a b Klimaat, Ministerie van Economische Zaken en, Klimaatakkoord - Publicatie - Klimaatakkoord. www.klimaatakkoord.nl (28 juni 2019). Geraadpleegd op 9 juni 2025.
- ↑ Wet belastingen op milieugrondslag, Artikel 71k (01-01-2021 tot ---) | InView. www.inview.nl. Geraadpleegd op 9 juni 2025.
- ↑ Wet belastingen op milieugrondslag, Artikel 71h (01-01-2024 tot ---) | InView. www.inview.nl. Geraadpleegd op 9 juni 2025.
- ↑ Emissieautoriteit, Nederlandse, Tarieven CO2-heffing - Nederlandse Emissieautoriteit. www.emissieautoriteit.nl (6 januari 2022). Geraadpleegd op 9 juni 2025.
- ↑ Emissieautoriteit, Nederlandse, Dispensatierechten - Nederlandse Emissieautoriteit. www.emissieautoriteit.nl (25 juni 2021). Geraadpleegd op 9 juni 2025.
- ↑ Wet belastingen op milieugrondslag, Artikel 71p (01-01-2025 tot ---) | InView. www.inview.nl. Geraadpleegd op 9 juni 2025.