Asterius' veldtocht in Gallaecia
| Asterius veldtocht in Gallaecia | ||||
|---|---|---|---|---|
| Onderdeel van Val van het West-Romeinse Rijk | ||||
| ||||
kaart van de Spaanse provincies
| ||||
| Datum | 419-420 | |||
| Locatie | Gallaecia | |||
| Resultaat | Romeins gezag hersteld in Spanje | |||
| Strijdende partijen | ||||
| ||||
| Leiders en commandanten | ||||
| ||||
| Troepensterkte | ||||
| ||||
Asterius' veldtocht in Gallaecia was een militaire campagne van het Romeinse leger in de provincië Gallaecia (het noordwesten van Spanje). In 420 was hier sprake van twee conflicten waarin de Romeinen interveerden,[2] een opstand door Maximus en een oorlog tussen Sueven tegen de Vandalen en Alanen. De bevelvoering van het Romeinse leger lag in handen van Asterius, de comes Hispaniae, die ondersteund werd door hulptroepen van de gouverneur van Diocees Hispania Maurocellus.
Bronnen en interpretatie
De belangrijkste bron voor de geschiedenis van de 5e eeuw in Spanje is de kroniekschrijver Hydatius. Aanvullende informatie wordt verstrekt door Orosius en Prosper, hoewel Hydatius geen duidelijke aanleiding voor het conflict biedt en de gegevens van Orosius en Prosper Tiro beperkt zijn[3]. Diverse historici hebben zich verdiept in het hoe en waarom van dit conflict, waarbij ze als gemeenschappelijke noemer vaststelden dat de campagne bedoeld was om de barbaarse aanwezigheid op het schiereiland in evenwicht te brengen[4]. Volgens Kulikowski ligt de voornaamste reden voor Asterius' campagne echter in het onderdrukken van de tweede opstand van Maximus[3]. In zijn visie is het conflict tussen de barbaarse stammen van minder belang.
Herstel van de Romeinse macht in Spanje
De Aquitaanse Goten herstelde tussen 416 en 418 in de Gotische oorlog de Romeinse macht in Spanje. Zij sloegen Romes' vijanden neer en vernietigden hen bijna.[5] Alleen de Vandaalse Asdingen en de Sueven in Gallaecia, ontsprongen de dans. Een duidelijk reden waarom deze laatsten gespaard werden, is niet overgeleverd. In de bronnen is slechts opgetekend dat de invloedrijke generaal en opperbevelhebber van het Romeinse leger Constantius III het bereikte resulaat voldoende vond en opdracht aan de Goten gaf om de campagne te stoppen. Onder historici overheerst de overtuiging dat de keizerlijke autoriteiten in Ravenna kennelijk geen bezwaar hadden tegen de aanwezigheid van barbaren in het afgelegen Gallaecia, omdat de Romeinse bestuursstructuur in de vier belangrijkste provincies in de diocees Hispania was hersteld.[6]
Aanvang
Opstand van Maximus
De wederopstanding van de tegenkeizer Maximus werd door Ravenna wel gezien als een aanzienlijke bedreiging. Hij was waarschijnlijk de zoon, of in ieder geval een vazal, van de opstandige generaal Gerontius, die hem in 409 als keizer naar voren bracht.[7] Hun heerschappij in Spanje steunde sterk op de steun van de barbaarse nieuwkomers. Na de dood van Gerontius in 411 werd Maximus door het leger afgezet en vluchtte hij naar de barbaren in Gallaecia, waar hij sindsdien verbleef.[8] Zijn opstand begon hoogstwaarschijnlijk in de tweede helft van 419. Volgens de getuigenis van Orosius genoot hij daarbij de steun van de barbaren.[9]
Rivaliteit tussen de Vandalen en Sueven
Hoewel er geen direct bewijs is, worden de Vandalen als Maximus' belangrijkste bondgenoten beschouwd, en niet de Sueven. De Sueven arriveerden in 409 onder koning Hermeric († 441) in de Romeinse provincie Gallaecia, waar ze hun eigen rijk stichtten, terwijl de Vandalen ook land verwierf. Toen Maximus in 419 opnieuw opkwam, brak er een oorlog uit tussen Gunderik, de koning van de Vandalen, en Hermerik, de koning van de Sueven. Hydatius meldt dat de Sueven in het Narbasi-gebergte door de Vandalen werden belegerd.[10] Wat de twee leiders tot het conflict heeft geleid is onbekend, en de exacte locatie van hun strijd is slechts speculatief. De rol van Maximus in deze situatie blijft onduidelijk.
Verloop van de oorlog
Het keizerlijke leger onder leiding van comes Hispaniarum Asterius marcheerde vanuit Tarraconensis naar de Vandalen in Gallaecia en droeg hen op de oorlog met de Sueven te beëindigen. Volgens Hydatius stopten de Vandalen hun belegering van de Sueven bij het verschijnen van de Romeinen en trokken zich terug naar de stad Braga, waar ze het Romeinse leger onder Maurocellus opmerkelijk genoeg wisten te verslaan.[11] Het verdere verloop van Asterius' campagne is onduidelijk en er is veel speculatie over. De bronnen vermelden niet hoe Maximus gevangen werd genomen. Uit de gebeurtenissen die daarna in Baetica plaatsvonden, blijkt dat Asterius' campagne evenwel niet het gewenste resultaat opgeleverd heeft in het neutraliseren van de Vandalen, aangezien zij daar plotseling verschenen en voor verdere problemen zorgden.
Epiloog
Uit de brieven van Consentius, geschreven tussen september 420 en maart 421, kan worden afgeleid dat Asterius succesvol was in het onderdrukken van de usurpatie van Maximus. Maximus werd triomfantelijk meegevoerd tijdens de viering van Honorius' dertigjarige troonjubileum in januari 422.[3] Asterius werd beloond voor zijn rol in het neerslaan van de opstand met het opperbevel over het Romeinse leger en de titel van patricius[12], waarmee hij de opvolger werd van de grote Constantius, die in februari 421 Honorius' keizerlijke collega was geworden.
Onder historici heerst de opvatting dat Asterius' campagne slechts gedeeltelijk succesvol was, aangezien de komst van de Vandalen naar Baetica betekende dat deze provincie opnieuw onveilig werd. De aanwezigheid van de Vandalen in het zuiden vormde een bedreiging voor het Romeins gezag in Hispania, en een volgende poging om dit gevaar te neutraliseren vond plaats in 422.
Primaire bronnen;
- Hydatius, Kroniek
- Orosius,
- Prosper Tiro
Literatuur;
- Michael Kulikowski (2000), The career of Asterius. Phoenix
- Michael Kulikowski (2004), Late Roman Spain and Its Cities
Referenties;
- ↑ Notitia dignitatum
- ↑ Kulikowski 2000, p. 135.
- ↑ a b c Kulikowski 2004, p. 173.
- ↑ Bury (1923), p. 1: p. 204; Schmidt (1933), p. 110; (1942), 26; Stein (1959), pp 267-69; Jones (1964), p. 188; Stroheker (1972-74), p. 597; and O'Flynn (1983), p. 73, Zien de campagne allemaal als een Romeinse poging om de Sueven te beschermen en zo het barbaarse machtsevenwicht op het schiereiland te behouden
- ↑ Hydatius, Kroniek, XVII s.a. 418
- ↑ Kulikowski 2004, p. 171.
- ↑ Olympiodorus fr. 16
- ↑ Orosius, Historia 7.42.5
- ↑ Orosius, Historia, 7.42.5. Orosius haalt in zijn verslag namen en feiten door elkaar, maar koppelt de gebeurtenissen in Gallië en Spanje aan de ondergang van Gerontius en Maximus.
- ↑ Hydatius, Kroniek, XXVI s.a. 420
- ↑ Hydatius, Kroniek, XXVI s.a. 420
- ↑ Gregorius van Tours, Historiën, II 9
.svg.png)