Abrothallus parmeliarum
| Abrothallus parmeliarum | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Abrothallus parmeliarum (Sommerf.) Arnold (1874[1]) | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| asci met sporen | |||||||||||||||
| Synoniemen | |||||||||||||||
|
Abrothallus bertianus | |||||||||||||||
| Afbeeldingen op | |||||||||||||||
| Abrothallus parmeliarum op | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Abrothallus parmeliarum is een korstmosparasiet behorend tot de familie Abrothallaceae. Hij parasiteert op het glanzend steenschildmos (Melanelixia fuliginosa).
Kenmerken
Het mycelium is ondergedompeld in het substraat en kleurt niet met jodiumoplossing. De asci zijn 8-sprorig, flesvormig, dikwandig en meten 55–65 × 12–15 μm. De ascosporen zijn bruin, wrattig, 1-septaat en hebben een lengte van 13–20 μm.[2]
Verspreiding
Abrothallus parmeliarum komt voor in Europa en Noord-Amerika.[3] In Nederland komt het uiterst zeldzaam voor.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
_Arnold_624105.jpg)
_Arnold_624110.jpg)