β-roseliet
| β-roseliet | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
| Mineraal | ||||
| Chemische formule | Ca2(Co,Mg)(AsO4)2·2(H2O) | |||
| Kleur | donkerrozerood of donkerroze | |||
| Streepkleur | lichtrood | |||
| Hardheid | 3,5 - 4 | |||
| Gemiddelde dichtheid | 3,71 kg/dm3 | |||
| Glans | glasglans | |||
| Opaciteit | doorzichtig tot doorschijnend | |||
| Splijting | perfect, [010] | |||
| Habitus | korrelachtig, kristallen in matrix | |||
| Kristaloptiek | ||||
| Kristalstelsel | Triklien | |||
| Overige eigenschappen | ||||
| Radioactiviteit | geen | |||
| Magnetisme | geen | |||
| Lijst van mineralen | ||||
| ||||
Het mineraal β-roseliet is een gehydrateerd calcium-kobalt-magnesium-arsenaat met de chemische formule Ca2(Co,Mg)(AsO4)2·2(H2O).
Eigenschappen
Het doorzichtig tot doorschijnend donkerrozerode of donkeroze β-roseliet heeft een glasglans, een lichtrode streepkleur en de splijting is perfect volgens het kristalvlak [010]. β-roseliet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,71 en de hardheid is 3,5 tot 4. Het kristalstelsel is triklien en het mineraal is niet radioactief.
Naamgeving
Het mineraal β-roseliet is genoemd naar zijn verwantheid met roseliet.
Voorkomen
De typelocatie van β-roseliet is het gebied Schneeberg in het Duitse Sachsen. Het ontstaat als secundair mineraal in ertsafzettingen.
